Rautavaara: The house of the sun. Anna-Kristiina Kaappola (s), Raija Regneli (ms), Mia Huhta (s), Helena Juntunen (s), Ulla Raiskio (a), Jukka Romu (bs), Thomas Katajala (t), Tommi Hakala (b), Markus Nieminen (b) en Petri Bäcksstöm (t) met het Oulu symfonie orkest o.l.v. Mikko Franck. Ondine ODE 1032 (2 cd’s, 1u 24’29:”). 2003
Rautavaara, de doyen onder de Finse componisten, beschouwt zichzelf als een romantische componist vanwege de stilistische vrijheid waarop hij staat. “Een romanticus heeft geen coördinaten. In de tijd gezien bevindt hij zich in het gisteren of morgen, maar nooit in het heden.”
In een interview uit 2000 legde hij opnieuw de nadruk op de noodzaak van veranderlijkheid: “Wanneer een kunstenaar geen modernist is wanneer hij jong is, heeft hij geen hart en wanneer hij nog een modernist is wanneer hij oud is, heeft hij geen hersens”.
Van een in 1928 geboren toondichter die in 1990 op een eigen libretto een tragedia buffa schrijft, mag dus worden aangenomen dat zijn eventuele modernismen op de achtergrond zijn geraakt.
Het libretto is gebaseerd op een tragisch, maar bizar nieuwsbericht volgens wel twee oude dames doodgevroren worden aangetroffen in een huis vol Rommel. Het gaat om dochters van een familie die voor de Russische revolutie was gevlucht en die nooit in de Finse maatschappij waren geïntegreerd en die zich toen ze niet langer dienstpersoneel konden betalen in huis opsloten tot de dood erop volgde.
De opera werkt met flashbacks waarin we de dames op jeugdiger leeftijd terugzien met hun idealen, dromen en hallucinaties, hun ongelukkige liefdes, de politieke ontwrichting, de familietragedie, een leven ook vervuld van onwelkome gasten, dat alles vervagend tussen droom en werkelijkheid.
Libretto en muziek samen vormen een pakkend en zelfs ontroerend geheel, waarbij de beide zusters kunnen worden beschouwd als verloren kinderen uit een niet meer bestaande wereld en – meer symbolisch – als de idealen van een oude Westerse beschaving die geen plaats heft in de huidige door advocaten, bankiers, managers en sociale hulpverleners gedomineerde wereld.
Hoe triest took: die beide zussen zijn natuurlijk ook nogal dom omdat ze volkomen onaangepast zijn. De muziek weerspiegelt hun Werdegang. Overheersend is een lyrische inslag die af en toe wordt doorbroken door agressieve slagwerk uitbarstingen. Ook al is die muziek niet bijster melodieus, hij geeft wel een indruk van die verloren wereld vol schoonheid en gratie.
Een hoogtepunt is een lang duet van de oude zusters in de eerste akte met strijkersbegeleiding. Anna-Kristiina Kaappola en Raija Regnell overtuigen uitstekend in de hoofdrollen. Op jongere leeftijd worden hun rollen even fraai ingevuld door Mia Huhta en Helena Juntunen. De diverse mannenstemmen geven mooi vorm aan de grovere randfiguren en Mikko Franck leidt het onbekende Oulu symfonie orkest in een hechte, afwisselend krachtige en subtiele begeleiding.