Roussel: Le festin de l’araignée op.17; Suites nr. 1 en 2 uit Padmâvatî. Schots nationaal orkest o.l.v. Stéphane Denêve. Naxos 8.572243 (54’53”). 2010
Dit is het waardige sluitstuk van een cyclus met de complete orkestwerken van Roussel op vijf cd’s door de Schotten met één van ’s componisten bekende werken, de balletmuziek Het spinnenbanket, één van zijn eerste opdrachtswerken en de twee jaar later begonnen minder bekende twee suites uit het opéra-ballet Padmâvatî.
Het eerste werk begint buiten in een tuin met een sensuele fluitmelodie voordat groepjes andere insecten arriveren. De mieren met militante precisie op de maat van de kleine trom, daarna de sjofele mestkevers en de spin zelf die een vlinder in haar web vangt en triomfantelijk danst. Er volgen meer prooien: een meikever, fruitwormen en twee sprinkhanen, maar wanneer de spin wil gaan toehappen, ontsnapt één sprinkhaan die haar doodt. Het ballet eindigt dan ook met de begrafenis van de spin, waarna de rust in de tuin terugkeert.
Padmâvatî is minder programmatisch en wordt op impressionistische wijze gekenmerkt door de indrukken die de componist in India opdeed voor het gelijknamige opéra-ballet in twee aktes. In de onderhavige suites zijn daaruit de ‘Prélude’, de ‘Danse guerrière’ uit de eerste akte en de ‘Prélude’ en ‘Danse et pantomime’ uit de tweede gelicht. Ook hier gaat het er soms ruig aan toe.
Steeds meer ontpopt het Schotse orkest zich als een eersteklas ensemble en deze niet-typisch Franse muziek krijgt een in alle hevigheid en loomheid heel mooie ook duidelijk balletmatige uitvoering.
Van Le festin bestond al een aantal heel goede opnamen, met name van Tortelier (Chandos CHAN 9494) en Dervaux (EMI 371.487-2), maar deze is vrijwel gelijkwaardig en een mooi goedkoop alternatief. Gek genoeg is Padmâvatî niet of nauwelijks in de catalogus vertegenwoordigd, wat een extra warme aanbeveling waard is.