Roussel: Symfonie nr. 3 in g op. 42; Concertsuites nr. 1 en 2 Bacchus et Ariane op. 43. Schots Nationaal orkest o.l.v. Stéphane Denève. Naxos 8.570245.
In 1981 maakte Leonard Bernstein met het Frans nationaal orkest een mooie opname van de Derde symfonie (DG 445.512-2) waarin hij heel kaleidoscopisch te werk ging om de licht stampende Sacre- en Age of steel bonkende ritmen van het eerste deel gestalte te geven met in het midden van dat deel een felle uithaal van hoorns en metaal. Maar ook Denève benadert dit deel kernachtig in een uitvoering die als geheel wordt gekenmerkt door veel joie de vivre. De beide scherzo’s (eentje verborgen in het langzame deel) en de wervelwind finale zijn ook heel raak getypeerd. Het langzame deel is trouwens mooi zangerig en roept een verre verwantschap op met dat uit Mahler VI.
Heel fraaie orkestklank en een ver boven modale opnamekwaliteit doen de rest om deze uitgave te verkiezen boven die van Järvi (Chandos) en Munch (RCA en Warner).
Wat Bacchus et Ariane aangaat, wekt de hoesomschrijving verwarring. Hier wordt ons namelijk niet de complete balletmuziek aangeboden, maar slechts de gangbare beide suites. Denève geeft deze muziek met veel zwier en zorg weer; mooi laat hij de zo belangrijke blazerspartijen uitkomen. Serieuze concurrentie is er eigenlijk alleen van Tortelier (Chandos CHAN 9494) die wèl de complete balletmuziek uitvoert.