Rossini: Elisabetta, regina d’Inghilterra. Jennifer Larmore, Bruce Ford, Majella Cullagh, Manuela Custer, Colin Lee, Antonio Siragusa met het G Mitchell koor en het Londens filharmonisch orkest o.l.v. Giuliano Carella. Opera Rara ORC 22 (3 cd’s, 2u 27’). 2001
Ook voor deze opera ging Rossini weer te rade bij Walter Scott, ditmaal bij diens novelle Kennilworth die handelt over de liefde van koningin Elizabeth voor Leicester maar met de toegevoegde verklarende aantekening dat Mary, de Shotse koningin tijdens haar gevangenschap twee kinderen had gekregen van de hertog van Norfolk en eentje daarvan met Leicester was getrouwd.
Het werk begint met een feest der herkenning, want de ouverture is identiek met die welke hij later voor de Barbier (her)gebruikte en ook de eerste aria van Elizabeth bezit materiaal dat later terugkeerde in ‘Una voce poco fa’.
Maar waar het hier wezenlijk om gaat, zijn de vele prachtige ensembles, uitgevoerd door een geweldige bezetting en een idiomatische dirigent.
De oudere opname uit 1975 van Masini met Caballé in de titelrol en Carreras als Leicester (Philips 432.453-2) is hiermee aardig opgevolgd.