Rossini: La gazza ladra. Katia Ricciarelli, William Matteuzzi, Samuel Ramey, Bernadette Manca di Nissa, Luciana d’Intino, Ferruccio Furlanetto en Roberto Coviello met het Praags filharmonisch koor en het Symfonie orkest van de omroep Turijn o.l.v. Gianluigi Gelmetti. Sony S3K 45850 (3 cd’s, 3u 13’32”). 1989
Wanneer men het onmogelijke verhaal even vergeet, blijkt deze opera semiseria uit 1817 een genoegen. Eigenlijk kennen we alleen de ouverture als los bestanddeel, maar in een goede uitvoering zoals de onderhavige is ook de rest best de moeite waard.
Het libretto van Giovanni Gherardini gaat terug op La pie voleuse ou la servante de Palaiseau van Théodore Badouin d’Aubigny en Louis-Charles Caigniez. Het werk speelt op het boerenland behelst de geschiedenis van Ninetta die graag wil trouwen met de net uit een oorlog teruggekeerde Giannetto terwijl ze haar gedeserteerde vader als onderduiker opneemt. De burgemeester dingt ook nog eens naar haar hand. De complicaties nemen toe wanneer ineens een haar door Isacco geschonken zilveren lepel van Ninetta is zoekgeraakt en zijzelf van diefstal wordt beschuldigd en in de gevangenis komt. Ze wordt zelfs schuldig verklaard en erger nog ter dood veroordeeld. Maar op het laatste moment blijkt dat een ekster die lepel heeft gestolen en volgt toch nog een happy end.
Voor deze ook weer in het Teatro Rossini in Pesaro ‘live’ opgenomen uitvoering werden de destijds beste Rossini zangers bijeen gebracht en het resultaat mag gehoord worden. Ricciarelli is een charmante, misschien iets te wereldwijze Ninetta; ze zorgt voor stijlvolle versieringen en zingt haar rol met overtuigingskracht en haar aanbidder Giannetto is een vurige maar tere aanbidder; alle overige rollen worden, tot de kleinste aan toe, met aandacht voor hun karakter en kennelijk plezier ingevuld, voorop door Samuel Ramey als burgemeester. Dat geldt ook voor de ensembles en koren. Het orkest speelt levendig en alert.
De gebruikte uitgave staat dicht bij die van de eerste opvoering van dit Melodrama in due atti in La Scala en is bevrijd van de kwalijke ‘verbeteringen’ die naderhand wel zijn aangebracht. Mooi zoals de emoties geleidelijk hoorbaar toenemen en culmineren in een prachtige finale.
Wie deze opera ook wil zien, kan terecht op ArtHaus 102.203 met een Keulse opvoering onder Bartoletti en in de regie van Montes-Baquer.