CD Recensies

ROSSINI: OTELLO

Rossini: Otello. José Carreras, Frederica von Stade, Gianfranco Pastine, Salvatore Fisichella, Nucci Condò, Samuel Ramey en Alfonso Leoz met het Ambrosian operakoor en het Philharmonia orkest o.l.v. Jesús López Cobos. Philips 432.456-2 (2 cd’s, 2u 33’11”). 1978

 

Terecht wordt deze opera die Rossini in 1816 voor Napels schreef ver overtroffen door Verdi’s gelijknamige meesterwerk. De opera van Rossini is een typisch product van zijn tijd en Rossini werd tot een reeks prachtige aria’s en ensembles geïnspireerd die culmineert in wat destijds een revolutionaire loop nam in de Italiaanse opera: een tragisch slot. Pas later maakte de componist daar onder druk van de autoriteiten een gelukkiger eind aan doordat Otello dan toch overtuigd is van Desdemona’s onschuld.

Om meteen eerst een bezwaar tegen deze opname te melden: het werk wordt niet echt compleet gegeven. Voor wie dat een overwegend bezwaar vindt, is er van Parry een Opera Rara opname op drie ORC 13 cd’s, maar met een wat minder goede bezetting.

De drie tenoren – José Carreras als Otello, Gianfranco Pastine als Iago en Fisichella als Rodrigo vormen vocaal een fraai gedifferentieerd gezelschap. We horen Carreras op zijn best en hij is bepaald ontroerend vlak voor de moord; Fisichella weet heel mooi raad met de hoge tessitura van de rol van Rodrigo en Pastine heeft het juiste timbre en de passende expressie van de schurk Iago.

Von Stade schittert met prachtige toon als een ontroerende Desdemona en Condò is een passende Emilia. Niet te veronachtzamen is natuurlijk ook Ramey in de basrol van Elmiro. 

Philips zorgde voor een heruitgave op 475.448-2, maar dan mist men de teksten en vertalingen daarvan.