Rossini: Il signor Bruschino. Bruno Pratico, Natale de Carolis, Patrizia Orciani, Luca Canonici, Pietro Spagnola, Katia Lytting en Fulvio Massa met het Turijns filharmonisch orkest o.l.v. Marcello Viotti. Claves 50-8904/5 (2 cd’s, 1u 23’34”). 1988
Il signor Bruschino is de laatste van de vijf opera’s in één akte waarin de tiener Rossini voor het eerst zijn geniale operatalent liet blijken. Naderhand werden eigenlijk alleen nog herinneringen aan het werk gewekt dankzij de ouverture waarin bijvoorbeeld de violisten wordt gevraagd om met hun strijkstokken op de lessenaars te tikken.
Maar zoals deze levendige uitvoering leert, Rossini’s specifieke stijl was al geheel tot ontwikkeling gekomen zoals bijvoorbeeld uit het kenmerkende duet in snelle babbelstijl tussen de verliefde held Florville (Luca Canonici) en de tutore (Bruno Praticò) van zijn beminde Sofia (Patrizia Orciani).
De handeling is typisch voor het genre en wordt in het begeleidende boekje keurig uit de doeken gehaald. Er wordt over de hele linie erg stijlvol gezongen. Speciale waardering voor de hoofdrollen en de gelukkig gevarieerd hun stemmiddelen inzettende Sofia, haar vader Bruschino (Natale di Carolis) en Praticò.
Wat dat betreft is deze uitgave nog steeds te verkiezen boven de nieuwere, goedkopere van Desderi (Naxos 8.660128).