Rimsky-Korsakov: De tsarenbruid. Gennadi Bezzubenkov (bs), Marina Shagugh (s). Dmitri Hvorostovsky (b), Sergei Alexashin (bs), Evgeny Akiov (t), Olga Borodina (s) e.a. met het Ensemble van het Kirov theater St. Petersburg o.l.v. Valery Gergiev. Philips 462.618-2 (2 cd’s, 2u28’18”). 1998
De handeling van deze opera steekt wat onhandig in elkaar. Het gaat om de zoektocht van Tsaar Ivan de Verschrikkelijke naar een bruid. Zijn oog valt op Marfa, die met Ivan Likov is getrouwd, maar die ook wordt verlangd door Grigory Gryaznoy die op zijn beurt probeert af te komen van zijn minnares Lyubasha. Dan is er nog een duistere Duitser Bomelius die in vergif en liefdesdrank handelt. Verwarring en persoonsverwisselingen leiden tot de waanzin van Marfa.
De tsaar treedt niet zingend op, maar wordt vertegenwoordigd met het motiefje volksmuziek dat bekend is uit Moesorgsky’s Boris Godoenov en Beethovens tweede Rasoumovsky kwartet.
Tchaikovsky had de meeste invloed op dit werk uit 1899 wat leidde tot veel elegante liedachtige gedeelten.
Olga Borodina maakt van Lyubasha een ontroerende en dominante figuur, toont op plooibare wijze overwicht in al haar scènes. Nikolai Gassiev is een gluiperige Bomelius en Marina Shagugh heeft als Marfa tot haar laatste, prachtig gezongen waanzinsaria nodig om echt te overtuigen.
Naar verwachting is Hvorostovsky een geweldige Gryaznoy en ook Akimov is een elegante, lyrische Likov. Gergiev zorgt voor inspirerende steun uit de orkestbak.