Rameau: Indes galantes, Les. Claron McFadden (s), Sandrine Piau (s), Isabelle Poulenard (s), Noémi Rime (s), Miriam Ruggeri (s), Howard Crook (t) met Les arts florissants o.l.v. William Christie. Harmonia Mundi HMC 90.1367/9 (3 cd’s, 3u. 12’40”). 1991
Behalve opera’s componeerde Rameau ook voor die typisch Franse theaterhybride, het opéra-ballet waarin ieder deel een afzonderlijk verhaal had en zang en dans een gelijkwaardige rol vervullen.
Rameau’s eerste onderneming in dit genre was Les indes galantes uit 1735, een luchthartig werk met romances in exotische sfeer. Het ging er ook om de ‘noble savage’ in een zo goed mogelijk daglicht te plaatsen. Dat concept stond centraal in de filosofie van Rameau’s scherpste criticus Jean-Jacques Rousseau.
Het werk was zo succesvol dat de componist er vier orkestsuites uit samenstelde en het voor klavecimbel bewerkte. In suitevorm behoort het tot zijn populairste werken.
Dat begrip Indes moeten we ruim opvatten, want de handeling speelt nu eens op een eiland in de Indische oceaan, dan weer in het Peru van de Inca’s, Perzië en de V.S. De handelingen zijn al even fantastisch met bijvoorbeeld als slaven verkochte Europeanen die door genadige buitenlandse meesters worden vrijgelaten, een Zuid-Amerikaanse vulkaan die uitbarst en een Indiaanse ceremonie met vredespijp en al.
Ondanks de bizarre decors en de onwaarschijnlijke verhalen tekent Rameau in tekst en klank geloofwaardige figuren en toont hij een zeer verlichte kijk op de edele wilden. De vier aktes zijn vol expressie en dynamiek.
Zoals zo vaak geven William Christie en zijn team musici een imposante ensemblevoorstelling. Het vrij fors bezet draagt mooie kleuren aan en reageert krachtig op de inhoud van het drama zoals in de afsluiting van het Perugedeelte met twee vulkaanuitbarstingen.
Voor de suites kan men terecht bij Herreweghe (Harmonia Mundi HMA 190.1130).