Rossini: Guillaume Tell. Gerald Finley, John Osborn, Malin Byström, Marie-Nicole Lemieux, Elena Xanthoudakis, Malin Byström, Frédéric Caton, Matthew Rose, Carlo Cigni, Carlo Bosi, Celso Albelo, Dawid Kimberg, Davide Malvestio met koor en orkest van de Accademia di Santa Cecilia, Rome o.l.v. Antonio Pappano. EMI 028.826-2 (3 cd’s, 3u 20’15”). 2010
De meesterhand van de gewoonlijk strenge, doch verbeeldingsvolle Antonio Pappano en zijn voortreffelijke orkest dat vervolgens op levendig felle en ook gevoelige wijze de nieuwe verklanking zo’n voortreffelijke indruk maakt, is hier helaas niet goed voelbaar. Pappano weet maar matig de onderstroom van spanning tussen persoonlijke liefde en openbare loyaliteit te voeden. Gerald Finley is een imposante Tell die het karakter gaande de uitvoering mooi verder ontwikkelt. Als Arnoldo is John Osborn geen model van goede smaak, maar hij weet om te beginnen tenminste goed raad met de hoge tessitura van zijn rol. Zo weet ook Malin Byström op gespeeld aristocratische manier maar matig te overtuigen met de coloraturen van het verliefde meisje Mathilde. Het trio mannenstemmen in de laatste akte is mooi door de contrasterende klanken van de bassen.
Toch is dit alles bijeen enigszins een teleurstelling; misschien waren de verwachtingen te hoog gespannen. Als verontschuldiging kan dienen dat deze opname een bijproduct is van concertante uitvoeringen in Rome en Londen, wat ook hoorbaar is aan de lang niet altijd gunstige balans tussen de stemmen. Bovendien zijn coupures ter lengte van ongeveer vijfentwintig aangebracht die vooral de vierde akte treffen waaraan het vrouwentrio met het daarop volgende gebed ontbreken.
Veiliger is het te kiezen voor Gardelli (EMI 769.951-2).