CD Recensies

RAVEL: PIANOCONCERTEN, ZIMERMAN

Ravel: Pianoconcert in G; Pianoconcert voor de linkerhand; Valses nobles et sentimentales. Krystian Zimerman met het Cleveland orkest c.q. het Londens symfonie orkest o.l.v. Pierre Boulez. DG 449.213-2 (55’40”). 1994, 1996 

 

“De muziek van een pianoconcert…. hoort luchthartig en briljant te zijn en niet te mikken op diepzinnigheid of dramatische effecten”. Aldus Ravel. Zijn Pianoconcert in G voldoet aan die voorwaarden en is een van zijn meest lyrische en treffendste partituren. Hij begon in 1929 aan het werk, in een tijd toen de jazz een grote rage was van de Parijse intelligentsia. Dit concert is sterk vervuld van jazz, maar in tegenstelling tot Gershwins Rhapsody in blue uit 1924 gebruikt Ravel de gangbare driedelige concertstructuur en is het de combinatie van tegenstellingen die de muziek zijn geanimeerde extra’s verleent.

Het werk begint met een zweepslag en haast zich dan met bokkesprongen verder naar het langzame deel waarvan de solomelodie aan het begin herinnert aan een nocturne van Chopin qua puurheid en aan Rachmaninov met zijn breedte.

Een glinsterende, maar ook enigszins sombere finale besluit het werk.

In dezelfde periode die hij aan het concert in G werkte, was Ravel aan de slag met een heel ander pianoconcert voor de pianist Paul Wittgenstein, de broer van de filosoof Ludwig Wittgenstein die tijdens W.O. 1 zijn rechterarm had verloren. Deze gehandicapte pianist had verschillende componisten opdrachten gegeven voor een concert voor de linkerhand alleen.

Het bijzondere, de grote prestatie van Ravels pianoconcert voor de linkerhand is dat de luisteraar eigenlijk geen moment hoort dat alleen de vijf vingers van de linkerhand actief zijn in dit werk. Zo volledig geïntegreerd is de solopartij. Ook al staat het werk niet in volkomen tegenspraak met Ravels uitspraak over wat een concert hoort te zijn, het behoort beslist tot de serieuzere werken van de componist, doordrongen als he is van een heel gedreven energie en een gevoel van ongeruste vrees die aan het tragische grenst.

De registratie van Krystian Zimerman behoort tot de weinige die geheel recht doet aan beide, nogal verschillend geaarde werken. In de snelle delen wordt men getroffen door de puntige ritmische accenten en de panache en de ongeforceerde esprit, in de langzame door de sonore expressiviteit. Voeg daarbij Boulez’ geweldig mooie, kraakheldere begeleidingen en een opname die ook nog hoorbaar maakt wanneer de solist de toetsen nauwelijks aanraakt.

Voor het concert in G blijft natuurlijk ook de opname van Michelangeli (EMI 567.238-2 met Rachmaninov 4) een uitstekende keuze en voor het concert in G Argerich (DG 447.438-2 met Prokofiev 3).