Reich: Tehillim. Steve Reich en musici o.l.v. George Manahan. ECM 827.411-2 (29’57”). 1981
Hoewel de orkestversie van Tehillim in september 1982 door het New York filharmonisch orkest werd voorgesteld, is dit werk bekender in de kamermuziek vorm voor strijkers, houtblazers, zes slagwerkers, drie sopranen en been alt. De titel is Hebreeuws voor “Lofprijzen” en de vier delen bevatten verzen uit de psalmen 19, 34, 18 en 150.
Als contrast met de lenige, rusteloze hoekdelen is het derde deel (“with the merciful, you are merciful”) langzaam, doorzichtig en luchtig; dit wijst ook op Reichs belangstelling voor Perotinus en de Notre Dame school.
In het werk wordt nogal wat harmonische activiteit ontwikkeld en de chromatiek is ook omvangrijker aanwezig; in plaats van de gewoonlijk korte, herhaalde motief ‘cellen’ gebruikt de componist hier lange melodische frasen. Deze ontwikkeling vloeit voort uit “de noodzaak om de tekst in overeenstemming te brengen met zijn ritme èn betekenis’.
Tehillim doet aan Afrikaanse muziek denken ten gevolge van de ingewikkelde ritmische patronen; de Europese klassieke traditie van het contrapuntisch verweven van de stemmen en meest van al de Hebreeuwse voorzanger.
Wat Reich knap deed, is deze divergerende, complementaire melodielijnen bundelen tot één sluitend geheel dat biologerend is.