Rihm: Jagden und Formen. Ensemble Modern o.l.v. Dominique My. DG 471.558-2 (50’53”). 2001
Net als Boulez beschouwt Rihm zijn composities vaak als ‘werk in uitvoering’. Mede daarom grijpt hi vaak terug op oudere stukken die hij in nieuwe vormen en richtingen ontwikkelt; soms ook voegt hij er een nieuwe laag aan toe, ongeveer zoals een schilder die iets op een bestaand canvas overschildert of toevoegt.
In Jagden und Formen (1995-2001) zijn drie werken uit midden jaren negentig opnieuw verdeeld, geknipt en met nieuw verbindingsmateriaal geplakt tot iets ‘nieuws’. Intussen zijn van dit Jagden und Formen weer nieuwere versies verschenen al lijkt de gedaante waarin het hier is vastgelegd de voorlopig laatste.
De titel Jagden und Formen wijst op een vrij dringende zoektocht naar een formele structuur. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de zich langzaam ontvouwende Deus passus ontploft Jagden und Formen meteen met een zweepslag en twee elkaar wild achtervolgende violen. Rust wordt de luisteraar daarna nauwelijks meer gegund en Rihm verloochent zichzelf hier schijnbaar, want normaal is hij gul met pauzes. Hier dienen die alleen om een volgende lading vuurwerk te introduceren.
Overeenkomstig de titel speelt veel zich af met een zes/achtste polsslag, kenmerkend voor de jacht. Hout- en koperblazers leveren de belangrijkste kleuren en een hoofdrol is weggelegd voor de althobo die mooi een lyrische lijn door de drukke omliggende maalstroom ontwikkelt.
Met de enige opname van het werk tot nu hebben we geluk; het is een in alle opzichten zeer geslaagde onderneming.