Rachmaninov: Pianoconcerten nr. 1 in fis op. 1, 2 in c op. 18, 3 in d op. 30 en 4 in g op. 40; Paganini rapsodie op. 43. Valentina Lisitsa met het Londens symfonie orkest o.l.v. Michael Francis. Decca 478.4890 (2 cd’s, 2 u. 25’55”). 2010
Rachmaninov: Moments musicaux nr. 1-6 op. 16. Valentina Lisitsa. Decca (25’23”). 2012
Of dit de toekomst kan worden? Het verhaal van de in 1973 in Kiev in de Oekraïne geboren Valentina Lisitsa zal zeker bij jongeren bekend zijn via de sociale media (met massa’s ‘volgers’ op FB) en Youtube. Al met al werd ze in een mum van tijd enorm populair. Toch hier nog even een samenvatting:
Als jong hoogbegaafd talent won de pianiste prijzen en concoursen, ze trouwde met pianist Alexei Kuznetsov en emigreerde naar de V.S. in de hoop van daaruit een grote carrière te kunnen maken. Dat bracht niet de doorbraak en het succes waarop ze hoopte.
Ze maakte onder meer een opname voor Naxos (8.572491) in 2010 met Beethovens Appassionata, Schumanns Kinderszenen Thalbergs Fantasie over motieven uit Il barbiere di Siviglia en de Totentanz van Liszt. Met Hilary Hahn legde ze de vier vioolsonates van Ives vast (DG 477.9435).
In 2007 was ze hierdoor voldoende gefrustreerd om in overweging te nemen een baantje als vertaalster op zich te nemen. Totdat ze zich bezon en bedacht dat je mogelijk ook carrière kunt maken als internetartist. Ze waagde de kans, leende $300.000 en huurde daarvoor het Londens symfonie orkest, de nog niet te dure dirigent Michael Francis, een zaal en opnametechnici voor haar Rachmaninov project. Iedereen die maar wilde kon het resultaat downloaden. Nog weer wat later zag Decca hier brood in en ziedaar: dit tweetal cd’s plus een mini in termen van speelduur extra.
De pianiste beweert dat er nauwelijks tijd en geld was voor veel repetities en dat ze zich deels liet leiden door Rachmaninovs eigen opnamen uit de jaren veertig.
Wat zijn de kenmerken van Lisitsa’s spel? Ze houdt van vrij vlotte, maar nooit overdreven snelle tempi, ze heeft opvattingen over rubato waar men het wel of niet mee eens kan zijn, in technisch opzicht staat ze mijlenver boven de materie. Spanning en ontspanning zijn goed gedoseerd, er zijn opwindende, gepassioneerde momenten naast heel melancholieke die nooit in sentimentaliteit ontaarden.
Bij het derde concert kan men wat twijfel hebben, bijvoorbeeld over haar keuze van de Ossia cadens. Over het geheel slaagde het vierde concert het mooist. En dan de Paganinirapsodie: in een over het geheel genomen imposante weergave slaagden de duistere, demonische momenten het best. Zo zijn de variaties nr. 8-10 een hoogtepunt qua panache samen met de beroemde Dies irae variatie.
De haastproductie in aanmerking genomen, is het haast een wonder dat de pianopartij en de orkestbegeleiding zo goed ineen passen en dat de opname zo goed klinkt.
De Moments musicaux vormen een lekker snoepje na het grote project. Ook hier heel rake vertolkingen, maar het ligt voor de hand extra’s te verlangen, zoals bij Lugansky (Erato 8573-85770-2).
Natuurlijk zijn er fraaie alternatieven van onder andere Ashkenazy (Decca 444.839-2), Hough (Hyperion SACDA 67501/2), Lugansky (Warner 2564-63675) en Kocsis (Philips 468.921-2).
Op nu naar een volledige Prokofiev (pianoconcerten èn sonates)?