CD Recensies

RACHMANINOV: PIANOCONCERT NR. 3, WANG

Rachmaninov: Pianoconcert nr. 3 in d op. 30; Prokofiev: Pianoconcert nr. 2 in g op. 16. Yuja Wang met het Simón Bolivar symfonie orkest o.l.v. Gustavo Dudamel. DG 479.1304 (71’48”). 2013

Het heeft iets fascinerends om twee kunstenaars van de jonge generatie en hun orkestgevolg te beleven in het Derde (en lastigste) pianoconcert van Rachmaninov. Ze treden daarmee niet zozeer in de voetsporen van Horowitz in 1930 (Fidelio CD 8819, Bellaphon 68924003), 1941 (Appian APR 5519), 1951 (RCA GD 87754) en 1978 (RCA 9026-61564-2) met de versie 1951 als mooiste, van Cliburn (Testament SBT 1440), Berman (CBS MYK 44715), Volodos (Sony 50997-06438-4), maar eerder in die van Argerich (Philips 446.673-2, 464.732-2). Namelijk vlot, vervuld van koortsachtige spontaniteit, fascinerende virtuositeit, maar ook van bezielde lyriek.

De tempi zijn aan de snelle kant, maar om van een ‘Rachmaninov light’ te spreken, gaat te ver. Het is niet zozeer stoer als wel elektriserend naast de verwachte gave vingervlugheid. Opvallend ook zo fijnzinnig als de lyrische passages worden afgewikkeld. Het orkest ageert identiek maar is ook bereid om fors uit te pakken. Mooi ook te horen hoe Dudamel zich echt gedraagt als begeleider.

Of Wang van de grote cadens aan het eind van het eerste deel de eerste met zijn kolossale akkoordenreeks of de tweede als spaarzamer, luchtiger alternatief gebruikt, is mooi om nu eens zelf uit te vinden. 

En dan het veel minder bekende, minder populaire Tweede concert van Prokofiev. Voor de een is het een monster, voor de ander een geniaal werk. Wang en Dudamel maken dat laatste hoorbaar. Het concert wordt een soort lachspiegel waarin we het romantische Russische pianoconcert weerspiegeld zien. Niet zozeer Rachmaninov 4 als wel Ravel en in mindere mate Saint-Saëns en zelfs Mozart worden in herinnering geroepen. Hier wordt een geslaagd pleidooi gehouden voor het werk om te beginnen door de wat opgeblazen bravura van het eerste deel te temperen en in een goede vorm in te bedden, doeltreffend te maken en door het langzame deel een treffend karakter te verlenen. De op zich heel goede Ashkenazy (Decca 452.588-2), Toradze (Philips 462.048-2), beiden in integrale uitvoeringen van de 5 pianoconcerten en Li (DG 477.65930) hebben het nazien. 

Dat de opname ‘live’ in Caracas is gemaakt, horen we pas bij het applaus. De muziek klinkt helder en duidelijk en het is een klein wonder dat niets mis ging. Goede voorbereiding dus ook en een muisstil publiek zonder hoesten. Typisch een cd niet alleen voor zon- en feestdagen.