Rózsa: Koorsuites Ben-Hur, King of kings en Quo vadis. Mormon Tabernacle koor en Cincinnati Pops orkest o.l.v. Erich Kunzel. Telarc CD 80631 (61’54”). 2004
De filmmuzieken die Miklós Rózsa schreef bij Ben Hur (1959), King of Kings (1961) en Quo vadis (1951) zijn een krachtig mengsel van orkestraal spektakel en koorkitsch. In Ben Hur steekt een aantrekkelijk thema voor het liefdesverhaal, meeslepende muziek voor de ten strijde trekkende slaven in hun galeien en een treffende Parade voor de beroemde strijd tussen de strijdwagens. Aan het slot wordt de luisteraar overspoeld door een ware klankoceaan van vulgair religieus getint koor- en orkestgeluid.
Beide andere partituren bieden een vergelijkbaar recept vol exotica waarin de dramatische taferelen wat worden getemperd door mildere gedeelten, zoals de aantrekkelijke ‘Marcus en Lygia’ muziek uit Quo vadis.
Het bijzondere aan deze is dat de vaak eerder opgenomen stukken hier voor het eerst zijn vastgelegd in een speciaal gearrangeerde en gereconstrueerde versie van Christopher Palmer die verder werd samengesteld door Julian Kershaw en de dirigent, terwijl de zoon van Rózsa Nick daar ook nog de hand in schijnt te hebben gehad. Wat zo ontstond zijn drie orkestsuites met koor omdat het koor aan nog niet de helft van de werken meedoet. Hollywood ging niet kinderachtig om met Bijbelse figuren.
Het orkest doet royaal wat de partituren verlangen en de opname doet het grootse muzikale Technicolor feest alle eer aan.