Respighi: La boutique fantasque; La pentola magica; Respighi/Bach: Preludium en fuga in D BWV. 532. BBC Filharmonisch orkest o.l.v. Gianandrea Noseda. Chandos CHAN 10081 (79’25”). 2002

Ooit gaf het Boston Pops orkest onder Arthur Fiedler op RCA een zwierige uitvoering van de balletmuziek La boutique fantasque, die show van het verder briljant inkleuren van aria’s van Rossini, maar Noseda heeft het voordeel dat zijn energieke verklanking decennia later in een betere akoestiek en met betere opnametechniek is vastgelegd en dat hij daarmee een van de beste vertolkers van dit werk is. Maar boeiender is de combinatie met beide andere, onbekende eigen werken.

Bij La pentola magica (de toverpot) gaat het ook om balletmuziek uit 1920 waarvan wel het scenario is verloren gegaan, al geven de titels der deeltjes wel de indruk dat er een Russisch volksverhaal aan ten grondslag ligt. Respighi baseerde zich in dit geval op A. Rubinstein, Gretchaninov en Arensky plus de in Polen geboren Pachulski, maar kon het ook niet latenom Russische volksmelodieën te integreren. Het gaat om overwegend rustige, fraai georkestreerde muziek.

Een stuk uitbundiger klinkt de orkestratie van Bachs orgelwerk met een groot aandeel van het koper en met dramatische contrasten in dynamiek en timbre.

Het orkestspel is briljant; alleen de rubati zouden beslist de dansers van de balletten minder bevallen. De tempi zijn steeds wat aan de extreme kant, maar feitelijk wint de expressie daar wel bij. Vooral de houtblazers onderscheiden zich positief en de opname laat haast niets te wensen over.