CD Recensies

ROSSINI: PIETRA DEL PARAGONE, LA

Rossini: La pietra del paragone. Agata Bienkowska, Anna Rita Gemmabella, Anke Hermann met het Tsjechisch kamerkoor en de Tsjechische Kamersolisten o.l.v. Alessandro de Marchi. Naxos 8.660093/5 (3 cd’s, 2u. 44’59”). 2001

 

Met het melodramma giocoso La peitra del paragone (de toetssteen) op een libretto van Romanelli , een opdracht van de Scala in Milaan, werd Rossini in 1812 op slag beroemd. Het verhaal gaat over graaf Asdrubale die drie huwelijkskandidaten – barones Aspasia, markiezin Clarice en donna Fulvia - op de proef stelt en daarbij gezelschap krijgt van een roddeljournalist, een lachwekkende literator en de jonge dichter Giocondo. De verwikkelingen en de komische momenten zijn talloos.

Er zijn in La pietra del paragone eigenlijk geen bijrollen. Alle partijen zijn in feite hoofdrollen en zes van de acht solisten hebben een eigen aria. De meest jonge zangers van deze opname geven een verzorgde ensemblevoorstelling en hun stemmen zijn goed tot zeer. De mezzosopraan Agata Bienkowska heeft de beste stem van de avond als de bekoorlijke Clarice, de andere mezzo, Anna Rita Gemmabella is een goede, intrigante als barones Aspasia. Teru Yoshigara heeft een prachtig resonerende bas als de dienaar Fabrizio, maar zijn uitspraak is niet volmaakt. De sopraan Anke Herrmann als een sluwe Donna Fulvia heeft een indrukwekkende hoogte en bariton Gioacchino Zarrelli is een prima, naïeve dichter Pacuvio. Darius Machej - meer bariton dan bas – is een goed acteur als de journalist Macrobio en laat het publiek lachen in de hoedanigheid van intrigant en angsthaas. De tenor Alessandro Codeluppi als de dichter Cavalier Giocondo is een talent, maar heeft de neiging de toon te laten zakken. Maar samen zorgen zij voor zorgvuldig ensemblespel, zoals in het kwartet van de eerste akte en het kwintet in de tweede. Goede begeleiding met gevoel voor sfeer.