CD Recensies

RACHMANINOV: PIANOCONCERT NR. 2; CELLOSONATE, FEDOROV

Rachmaninov: Pianoconcert nr. 2 in c op. 18; Cellosonate in g op. 19. Anna Fedorova met resp. de Noordwestduitse filharmonie o.l.v. Laércio Diniz en Benedict Kloeckner (vc). Piano Classics PCL0081 (73’19”). 2014

 

Wat heel duidelijk opviel zowel tijdens het optreden van de 18 januari 2015 nog net 24-jarige, van origine Oekraïnse Anna Fedorova in Utrechts Vredenburg met dit concert als bij deze opname, is, dat ze een grote, heel individuele persoonlijkheid is als blijkbaar geboren Rachmaninov vertolkster. Wie Rachmaninov krachtiger, misschien ook wat ruwer wil horen, moet elders terecht.

Maar hier klinkt het werk heel magisch en poëtisch. Het rubato van de pianiste doet heel natuurlijk aan. Dat is  mee te danken aan de Brazilaanse dirigent Laércio Diniz en het behoorlijk goede orkest uit Herford. En aan de goede opnamebalans (geen overdrijving van de ‘grote’ vioolmelodie bijvoorbeeld; ook de fluit en klarinet staccati na cijfer 39 in de finale klinken helder en niet overdreven).

De uitvoering van Fedorova en Diniz roept nauwelijks de indruk op van een stoer bereden paradepaard, maar meer die van een werk dat in een mooi nieuw daglicht wordt geplaatst; zo klinkt bijvoorbeeld ook de beroemde passage bij de terugkeer van het hoofdthema uit het langzame deel vlak voor cijfer 26 puur en allermist banaal.

Hoe gedegen Andrew Grams met het Nederlands philharmonisch orkest in Utrecht ook begeleidde, in de zaal bleek de pianoklank in de tutti vaak wat ondergesneeuwd, niet helemaal onvermijdelijk bij dit type symfonisch concert. Fijn daarom, dat deze cd er als fijne alternatieve herinnering is. Bij een meer dan 125x op cd verschenen werk is aan een grondige vergelijking haast niet te beginnen, hoewel daar elders wel spoedig een poging toe wordt genomen. Daarop enigszins vooruitlopend, valt te verwachten dat behalve het wat ruige unicaat uit 1929 van de componist zelf met Stokowski de opnamen van Richter (vooral die uit Warschau), Ashkenazy/Previn, Kocsis, Andsnes en Zimerman komen bovendrijven. En dan zijn daar de dames die Fedorova voorgingen: Felicja Blumental, Cécile Ousset, Idil Biret, Cécile Licad, Valentina Lisitska, Mirka Pokorna, Cristina Ortiz, Leila Zilberstein, Hiroko Nakamura, Noriko Ogawa, Israela Margalit, Sa Chen, Hiroko Miyamoto en uiteraard Hélène Grimaud (eenmaal met Ashkenazy en eenmaal met Abbado) en Yuja Wang, waarbij  dit laatste tweetal als heel bijzonder opvalt. Maar met haar fraaie vloeiende frasering en de rest van haar doorleefde verklanking komt Fedorova vrijwel op eenzelfde hoog niveau als zij.    

Dan is daar nog de Cellosonate met Benedict Kloeckner met wie Fedorova tijdens het Verbier Festival 2014 een sympathiek partnership vormde. Eigenlijk komt de cellist wat te kort in dit werk, want niet onlogisch concentreerde de componist zich logisch wel erg op de pianopartij. Van die pianist die dus veel meer is dan een begeleider, wordt gevergd dat hij of in dit geval zij de vrije vlucht van ’s componisten verbeelding volgt. Dat gebeurt hier afgezien van een paar krachtiger uitingen bijzonder goed. Kloecker is een heel karakteriek spelende cellist die ook zelfvertrouwen toont en mooi fraseert. Samen tonen beide uitvoerenden veel natuurlijke affiniteit met het idioom. Wie ook hier wil vergelijken, moet vooral aan Sonia Wieder-Atherton en Imogen Cooper (RCA 74321-91155-2) en Denise Djokic en David Jalbert (Atma ACD 22525) denken.