Beethoven: Pianosonates nr. 1-32, Daniel-Ben Pienaar. Avie AV 2320 (10 cd’s, 10u. 43’27”). 2014
Aan de ene kant kan men zich nuchter afvragen: wat zo het nog, zo/n complete Beethovencyclus, waar we immers al beschikken over hoogwaardige opnamen van Wilhelm Kempff (DG 447.966-2), Alfred Brendel (Philips 446.909-2), Stephen Kovacevich (EMI 562.700-2) en Lewis (Harmonia Mundi HMC 90.1902). Aan de andere kant geldt dat jongere kunstenaars ook alle gelegenheid moeten hebben om zich permanent te laten horen en waargenomen, geapprecieerd te worden. Verder is het dan vooral een kwestie van al dan niet toegevoegde meerwaarde.
Nadat hij zich onder andere al had gemeld met Bachs Goldbergvariaties (Avie AV 2235), het volledige Wohltemperierte Klavier (Avie AV 2299, 4 cd’s) en de complete Mozartsonates (Avie AV 2209, 5 cd’s) is het haast logisch dat nu de complete Beethovensonates volgen. Maar scoorde daar ook niet super mee.
Wat is het resultaat hier? Een mix van goed en minder geslaagd pianistisch vertoon. Duidelijk heel persoonlijk zijn de vertolkingen zeker, maar elementaire tekortkomingen als onvolledig gesynchroniseerde handen, nodeloos gebroken akkoorden, ongeschreven arpeggio’s, afwijkende accenten, fraseringen en ongewone dynamische verhoudingen vertroebelen het beeld.
Maar dan is er ineens ook een onverwacht hoogtepunt, zoals de beroemde arietta uit op. 111. De pianist volbrengt op zijn minst een interessante zoektocht, werpt hier en daar nieuw licht op een bekende materie, maar overtuigt in laatste instantie toy minder dan de in het begin genoemden.