Beethoven: Cellosonates nr.1-5; Variaties over See the conquering hero in G WoO. 45; Variaties over Ein Mädchen oder ein Weibchen in F op. 66; Variaties over Bei Männern welche liebe fühlen in Es WoO. 46. Matt Haimovitz en Christopher O’Riley. Pentatone PTC 5186-475 (2 cd’s, 2u. 19’46”). 2014

Wanneer Pentatone deze van Oxingale Records overgenomen opnamen op de cover bondig als Beethoven Period aankondigt, weten we wat te verwachten is. En jawel: Matt Haimovitz bespeelt een met ossendarmsnaren bespannen Venetiaanse Goffriller uit 1710 en Christopher O’Riley een oorspronkelijke Broadwood fortepiano uit 1823.

Dat garandeert op zichzelf nog geen bijzondere vertolkingen. Toch blijkt dat gelukkig wel het geval. Beide musici benaderen de werken niet alleen intelligent en sympathiek, maar spelen ook opvallend geëngageerd. Maar bovenal ook met een aanstekelijk enthousiasme.

Of het mede dit laatste is dat leidt tot zeer levendige, soms felle contrasten, een royale dynamiek, gulle frasering, fraaie accenten kan ook een gevolg zijn van de uitstekende manier waarop de opname klinkt. Pik er maar een paar hoogtepunten uit: het eerste deel van op.5/1, het rondo van op. 5/2, het scherzo van op. 69, het allegro van op. 102/1 en de slotfuga van op. 102/2. Stuk voor stuk verrassende voorbeelden van wat in deze werken mogelijk is op het punt van karakter en stijl.

Ook de variatiewerken, die soms iets bijzakelijks hadden, worden hier echt als belangrijke werken tot leven gewekt. Vergelijkingen met Anner Bijlsma/Malcolm Bilson (Nonesuch 7559-79236-2), Steven Isserlis/Robert Levin (Hyperion CDA 6798/9) en Anssi Kartinen/Tuija Hakkila (Finlandis 4509-95584/5) maken snel duidelijk dat we hier met een nieuwe winnaar te maken hebben.