Bazzini: Wals in e op. 34/6 ‘Calabrese’; Morceaux lyriques op. 41 nr. 1-3; Le carillon d’Arras op. 36; Morceaux de salon op. 12 nr.1 en 2; Grandes etudes op. 49 nr. 1 en 2; Morceaux en forme de sonate op. 44 nr. 1-3; La ronde des lutins, ‘scherzo fantasque’ op. 25. Chloë Hanslip en Caspar Frantz. Naxos 8.570800 (70’47”). 2007
De Italiaanse componist Antonio Bazzini (1818-1897) heeft zich nooit gespecialiseerd in virtuozenrepertoire. Hij schreef behalve hoofdzakelijk kamermuziek met La ronde des lutins (rondo van de kobolden) uit 1852 als bekendste stuk ook inmiddels vrijwel vergeten orkestwerken, gewijde muziek en opera’s.
De vaardige, jonge Chloë Hanslip bracht zijn beste werken voor viool en piano bijeen en laat goed merken dat het hier om meer gaat dan o holle virtuoze showstukken, al gaat het om nogal hoogwaardige ‘easy listening’ muziek. Het is een amalgaam van post-Paganini virtuositeit met romantisch gevoel en het zijn juist de zangeriger gedeelten die de meeste indruk maken. Met de ‘Romance’ uit de Morceaux en forme de sonate als hoogtepunt. Een goede gezel van Massenets Méditation.
Ook de Études op. 49 zijn interessant, de eerste een moto perpetuo, rijk aan dissonanten, de tweede een scherzo met een lyrisch trio. Dat alles, dus ook de overige stukken, worden met veel stijlgevoel door beide, mooi samengaande instrumentalisten gespeeld en ze bezitten meer dan voldoende persoonlijk karakter.