Berg: Lulu suite; Orkeststukken op. 6 nr. 1-3; Altenberg liederen op. 4 nr. 1-5. Margaret Price (s) met het Londens symfonie orkest o.l.v. Claudio Abbado. DG 423.238-2, 449.714-2 (66’05”). 1970
Alle subtiliteit en berekening ten spijt loopt de hier bijeengebrachte muziek van Berg ook over in ruwe, ongeremde agressiviteit en het is Abbado voortreffelijk gelukt om al die eigenschappen hier naar voren te brengen. Bergs voorbestemming om operacomponist te worden, is reeds herkenbaar in de stabiele, welvende lijnen van de Altenberg liederen. De begeleiding daarvan is uiterst gedetailleerd, de bondige structuur in aanmerking genomen.
In de drie Orkeststukken wordt dat nog duidelijker. Ee horen de klankwereld van de late Mahler die verder wordt toegespitst en meer kracht krijgt en die seconden snel overgaat van bevroren kalmte tot vurige razernij. Subtiel, krachtig en gedreven laat Abbado ze horen.
Bergs laatste jaren werden gedomineerd door zijn twee grote opera’s, Wozzeck en Lulu, als het ware complementaire studies van de psychopathologie van degeneratie en wanhoop waaruit een esthetisch wonder is ontstaan: het wonder om sublieme muziek te maken van het armzaligste, verachtelijkste onderwerp.
Hoewel het altijd is aan te bevelen om Lulu compleet te horen (liefst met Boulez, DG 476.2524) is er reden genoeg om ook de suite te koesteren. Deze bundelt namelijk de pakkendste en treffendste momenten uit de opera.
Zowel in deze suite als in de Altenberg liederen klinkt een nog jonge Margaret Price ideaal plooibaar en gul. Gedigitaliseerd en wel heeft deze analoge opname een wat harde glans gekregen, maar die is met een goede klankregeling op de versterker te temmen.