Bliss: A colour symphony; The enchantress; Celloconcert op.120. Linda Finnie (ms) en Raphael Wallfisch (vc) met het Ulster orkest o.l.v. Vernon Handley. Chandos CHAN 7073 (75’38”). 1997
Bliss: A colour symphony; Adam Zero. Northern Philharmonia o.l.v. David Lloyd-Jones. Naxos 8.553460 (74’18”). 1995
Arthur Bliss (1891-1975) begon zijn compositorische loopbaan in Engeland als enfant terrible; hij schreef ondeugende experimentele stukken die in het Londen van na W.O. I de nodige beroering wekten. Tijdens W.O. II was hij hoofd muziek van de BBC en in 1950 werd hij geridderd. Een evolutie die ginds wel meer componisten hebben meegemaakt. Denk aan Peter Maxwell Davies en William Walton.
Maar in het geval van Bliss begon dat verrassend vroeg toen hij door Elgar werd uitgenodigd om een werk te schrijven voor het Three Choirs Festival in 1922. Bliss kwam toen met A Colour symphony waarvan de vier delen associaties hebben met verschillende kleuren uit de heraldiek.
Verder heeft het werk nog iets van de broze Stavinskyaanse ritmes en van de scherpe dissonanten van zijn vroegere muziek. Maar wat de vorm betreft, gaat het om een heel beschaafd werk en de orkestratie is Elgariaans statig. Het werk eindigt zelfs met een dubbelfuga. Elgar was niet tevreden – mogelijk was de première in de kathedraal te Gloucester slecht. De critici en het publiek toonden grotere tevredenheid.
Tegenwoordig is de moderniteit van het werk nog erg betrekkelijk. Van de verschillende opnamen die van het werk bestaan, is de Naxos uitgave het beste geslaagd. Als aanvulling dient daar de balletmuziek Adam Zero uit 1946. Ook typisch een voorbeeld van een genre dat het beste in de componist naar voren haalde.
Als geheel voldoet de realisatie van de Colour symphony door Vernon Handley wat minder, maar de Chandos uitgave klinkt erg goed en de aanvullingen zijn ideaal om het algemene beeld van Bliss te vervolmaken.