Brahms: Vioolconcert in D op. 77; Bruch: Vioolconcert nr. 1 in g op. 26. David Garrett met het Israël filharmonisch orkest o.l.v. Zubin Mehta. Decca 481.1031 (63’50”). 2014
Bruch: Vioolconcert nr. 1 in g op. 26; Prokofiev: Vioolconcert nr. 2 in g op. 63. Guro Kleven Hagen met het Oslo filharmonisch orkest o.l.v. Bjarte Engeset. Simax PSC 1266 (49’02”). 2013
Of de voor deze opname wat raadselachtige titel Timeless is gekozen om een jonger publiek te paaien? Bekend is dat David Garrett een missie heeft om jong publiek warm te maken voor klassieke muziek en dat hij daarvoor uitstapjes naar pop= en rockmuziek niet schuwt.
Met zijn optreden hier is niets mis want hij zorgt in beide concerten voor zorgvuldig afgewogen, keurig verzorgde interpretaties die qua dynamiek, frasering, articulatie en aandacht voor tempofluctuaties behoorlijk raak zijn. In expressief opzicht is er feitelijk ook niets mis mee.
Pech had hij alleen met de lichtelijke onbalans van het orkestspel in deze opname: te prominente pauken, verder wat ongedefinieerde klank en wat het orkest betreft, een gebrek aan engagement: het spel doet nogal routinematig aan.
In het concert van Bruch maakt de op de Bergonzi ‘Kreisler-Bergonzi’ spelende 19-jarige Noorse met prijzen overladen soliste Guro Kleven Hagen feitelijk meer indruk. Misschien zelfs extra omdat haar geweldige inbreng ten opzichte van het orkest vrij prominent is vastgelegd. Een veelbelovend cd debuut. Ze zet het werk dromeriger in dan we gewend zijn maar komt dan mooi op vaart. In de finale wordt blijk gegeven van veel bravura.
Normaal gesproken is het niet zo wenselijk om twee grote werken in dezelfde toonaard te combineren, hier vergeet men dat bezwaar snel want ze zorgt voor de nodige jeugdige vitaliteit en leeft zich uit in de melodiek, vooral natuurlijk in het adagio.
Haar Prokofiev verloopt meer dan gewoonlijk niet langs eigengereide modernistische doch langs vrij romantische lijnen alsof het werk al in een klassieke canon is opgenomen. Een verdedigbaar uitgangspunt dat met overtuiging wordt waargemaakt. De contrasten hadden hooguit wat scherper mogen worden aangezet, zoals onlangs door Kopatchinskaya (Naïve V 5352) werd gedaan.
Waarmee we bij de kwestie der koppelingen komen. Meestal worden de concerten van Bruch en Mendelssohn samengevoegd en de beide concerten van Prokofiev. Maar het heeft iets aantrekkelijks wanneer daarvan wordt afgeweken.
Om de vergelijking toe te spitsen, bestaat de samengang Brahms/Bruch van Fritz Kreisler (Naxos 8.110925), Raphael Oleg (Denon CO 79944), Lydia Mordkovich (Chandos CHAN 8667), Milstein (EMI 253.657-2), Uto Ughi (RCA VD 60479) en Takako Nishizaki (Naxos 8.550195), Geen van allen zo geweldig dat ze er uitspringen. Dat voor Brahms uiteindelijk meer te zeggen valt voor bijvoorbeeld Joshua Bell (Decca 475.6703) en Julia Fischer (Pentatone PTC 5186-066) en wat Bruch betreft mogelijk voor Kyung-Wha Chung (EMI 503.410-2), Itzhak Perlman (EMI 562.598-2) of Maxim Vengerov (Teldec 4509-90875-2) is een ander verhaal om het nog ingewikkelder te maken bij dergelijke populaire werken.
Troostrijke gedachte: wie gewoon voor Garrett en Kleven Hagen kiest, hoeft daar later geen spijt van te hebben. Het is zaak om de Noorse in de gaten te houden. Mooi dat ook Noorwegen naast Vilde Frang een geweldige vioolbabe heeft!