Biber: Missa Salisburgensis; Sonate tam aris quam aulis servie; Sonate Sancti Polycarpi; Plaudite Tympana. Gabrieli Consort & Players o.l.v. Paul Mc Creesh en Musica aniqua Köln o.l.v. Reinhard Goebel. Archiv 457.611-2 (71’50”). 1997
Biber: Missa Salisburgensis; Sonata a 7; Sonata Sancti Polycarpi; Plaudite Tympana. Amsterdam Barok orkest- en koor o.l.v. Ton Koopman. Erato 3984-25506-2 (51’33”). 1998
Nadat boven elke twijfel was aangetoond dat de Missa Salisburgensis van Biber is, vormt het grootse en massale werk een uitdaging voor barokspecialisten. Het werk klonk in 1682 voor het eerst in de kathedraal in Salzburg om het elfhonderd jarig bestaan van het plaatselijke aartsbisdom te vieren. Hoewel de partituur overleefde, was de componist daarin niet vermeld; Biber werd wel kort daarop tot Kapellmeister van de aartsbisschop benoemd.
De omvang van de muziekvellen waarop de mis is genoteerd bedraagt 82x57cm om de 53 partijen op kwijt te kunnen. De splitsing van het ensemble in zes hoofdgroepen, de antifone opstelling en onderverdeling van solisten en tutti koren, de toegevoegde koperblazers vergt veel van de uitvoerenden.
Dat een werk als dit heel zware eisen stelt aan de uitvoerenden zal dus wel logisch zijn. Het lukt McCreesh uitstekend om de ruwe kracht en de waardige, retorische praal die de kern van de compositie vormt naar voren te brengen, maar hij injecteert ook wat zelfbewuste bombast in zijn vertolking. Maar het komt de dramatiek wel ten goede.
Op de Archiv uitgave wordt de mis voorafgegaan door ‘Ein langer und schöner Aufzug’ en Ein schöner Aufzug van de Augustijner pater Ignatius en door instrumentale stukken onderbroken en tot besluit aangevuld.
De soberder opname van Ton Koopman werd ter plekke in de Salzburgse kathedraal (met een wat lange galmtijd die optimale helderheid tegenwerkt) gemaakt. De contrasten zij vrij groot, de uitvoering op Erato bezit meer noblesse en klinkt heel geconcentreerd. Ook Koopman last deels dezelfde werken in en eindigt hetzelfde koperkoor. Het werk klinkt hier wat kleuriger, maar minder dramatisch dan bij McCreesh.
Dit tweetal opnamen van grote barokke muziekpracht vult elkaar mooi aan.
De eerste opname van de mis door het Collegium aureum uit 1974 (EMI 749.236-2) is hierdoor naar de achtergrond teruggedrongen.