CD Recensies

BEETHOVEN: EROICAVARIATIES; PIANOSONATES NR. 19, 20 E.A.

Beethoven: Variaties op een eigen thema in c WoO. 80 nr. 1-32; Pianosonates nr. 19 in g op. 49/1 en 20 in G op. 49/2; Fantasie in B op. 77; Prometheus of Eroica variaties en fuga in Es op. 35 nr. 1-15. Olga Pashchenko. Alpha 201 (61’48”). 2014

 

Op haar eerder elders besproken Fuga Libera cd met de titel Transitions, waarop de Russische pianoforte speelster die in Amsterdam (cum laude) de fijne kneepjes van deze kunst bestudeerde, volgt nu een gemengd, maar geheel aan Beethoven gewijd recital.

Was het toen gedurfd om in dat recital Beethovens laatste pianosonate uit te voeren, voor haar debuut op Alpha koos ze louter kleinschaliger pianowerken van Beethoven uit. De beide traditioneel gevormde sonates op. 49 die lang niet zo facile zijn als de ondertitel suggereert en de Fantasie op. 77 die bij alle improvisatorische eigenschappen ook iets van een variatiewerk heeft, vormen hier het middenpaneel.

Maar de hoofdschotel bestaat uit twee variatiewerken. In het niet zo bekende WoO. 80 uit 1806 is een barok chaconnethema het uitgangspunt voor liefst 32 kundig ontwikkelde afleidingen die binnen twaalf minuten worden afgewikkeld. De bekendere Eroica variaties kunnen eigenlijk ook wel Prometheus variaties worden genoemd, want het gebruikte thema komt uit de balletmuziek Die Geschöpfe des Prometheus en werd inderdaad later nog in de Eroica symfonie verwerkt.

In deze interpretaties lijkt soms op de achtergrond mee te spelen dat Paschenko ook als organiste uitblinkt. In die zin is de  bespeelde fortepiano van Cr. Clarke naar Fritz (Wenen ca. 1818) haast een belemmering voor haar dynamisch gedreven spel. De aanpak is heel persoonlijk en virtuoos; ze weet een weelde aan kleuren en expressies op te roepen, maar kan zich ook erg gevoelig en subtiel terughoudend tonen. Een veelzijdig, krachtig, bewonderenswaardig project is tot een goed einde gebracht.

Tijdens het luisteren worden nog wel herinneringen gewekt aan de Russische (forte)pianistiek van Alexei Lubimov wat op zich een extra compliment is. Hoe en waar de opname is gemaakt wordt niet expliciet vermeld, maar Paschenko had een beetje grotere natuurgetrouwe klank verdiend.