Bach, J.S.: Cantates nr. 93 Wer nur den lieben Gott läßt walten BWV 93, nr. 119 Preise, Jerusalem, den Herrn BWV 119 en nr. 163 Nur jedem das seine BWV 163. Solisten en orkest van de J.S. Bach Stiftung St. Gallen o.l.v. Rudolf Lutz. J.S. Bach Stiftung St.Gallen 14 (59’13”). 2010/4
Hoezeer eerste indrukken belangrijk zijn, illustreert meteen de grafische opzet, de vormgeving van de uitgave als geheel met niet alleen de gezongen teksten en een gedegen toelichting, maar ook met gegevens over achtergronden en de exacte bezettingen.
Rudolf Lutz en de zijnen beginnen aardig op weg te komen met de registratie van al Bachs vocale werken. Er wordt in alle rust, dus gespreid in de tijd aan het project gewerkt en de opzet is intussen bekend: die is kleinschalig met haast een minimum aan vocale en instrumentale krachten die per cantate precies zijn gedocumenteerd.
Om wat voor werken gaat het hier? Cantate nr. 93 op tekst van Georg Neumark was bestemd voor de vijfde zondag na Drievuldigheid (ofwel de vijfde zondag na Pinksteren) kwam voor het eerst in 1724 in Leipzig tot klinken. Net als de cantate BWV 29 Wir danken dir, Gott uit 1731 is nr. 119, een Kantate zur Ratswahl voor de met een kerkdienst beginnende plechtige installatie van de Leipzigse Stadtrat uit 1723. De tekst volgt in essentie psalm 147.
Nr. 163 uit 1715 is in dit programma de vroegste cantate (voor de drieëntwintigste zondag na Drievuldigheid) en dateert dus nog uit Bachs tijd in Weimar; het werk heeft nog een heel bescheiden bezetting.
Een van de aantrekkelijke kanten van dit project is dat zoveel mogelijk ieder werk zijn eigen vocale bezetting heeft, waarin we bijvoorbeeld in de feestelijke nr. 119 met een dienovereenkomstig wat groter aantal musici de sopraan Maria Weber, de alt Margot Oitzinger, de tenor Bernhard Berchtold en de bas Matthias Helm tegenkomen en in nr. 163 de sopraan Miriam Feuersinger, de altus Markus Forster, de tenor Johannes Kaleschke en de bas Markus Volpert.
Alles is gedaan om het geheel zo zuiver en authentiek mogelijk in te vullen en net als in de vorige afleveringen maken de uitvoeringen en de opnamen uit het intieme kerkje in Trogen en de grotere St. Peter in Zürich een zeer goede, sympathieke indruk.