Brahms: Symfonie nr. 4 in e op. 98; Hongaarse dansen nr. 3 in F, nr. 7 in A en nr. 11 in d; Anoniem: Instrumentale volksmuziek uit de regio Sic. Boedapest Festival orkest o.l.v. Iván Fischer c.q. István Kádár (v), András Szabó (va) en Attila Martos (cb) met het Boedapest Festival orkest o.l.v. Iván Fischer. Channel Classics CCS SA 35315 (51’19”). 2013
Helaas waarschuwt deze cd aan het nuchtere feit dat niet alles van de twee-eenheid Boedapest Festival orkest en Channel Classics automatisch en vanzelfsprekend tot een succes leidt. Daarvoor zijn verschillende oorzaken aan te wijzen.
Om te beginnen draagt de zaal een ongewenste overdosis galm bij, waardoor veel detail verloren gaat, terwijl juist de vierde van Brams bij een hoorbare invulling van detail is gebaat en dat niet alleen in de finale. Maar ook meteen in het eerste deel valt dat bij de houtblazers en de eerste violen op. Veel tussenstemmen blijven nogal op de achtergrond. Juist de zeer gematigde tempi die Fischer aanhoudt, zouden tot meer detail hebben moeten leiden. Ook mankeetrt het teveel aan dynamiek en stuwkracht. De gemaakte tempowisselingen zijn ook niet altijd van voordeel, bijvoorbeeld de vertraging middenin de passacaglia. Het ontbreekt over het geheel aan (hoog)spanning, zoals we die juist in ruime mate vinden bij het lichtend voorbeeld van Carlos Kleiber (DG 457.706-2).
De door volksmuziek gekleurde aanvullingen doen er dan haast niet meer toe. Vreemd eigenlijk, deze misser want symfonie 1 met de Haydnvariaties (CCS SA 26309) en 2 (CCS SA 33514) en de 21 Hongaarse dansen (Philips 462.5899-2) waren wel goed geslaagd. Het is nu enigszins bang afwachten hoe symfonie nr. 3 straks uitvalt.