CD Recensies

BOULEZ: RITUEL; NOTATIONS I-IV, VII

Boulez: Rituel in memoriam Bruno Maderna; Notations nr. 1 (1980), 2 (1980 en 1998), 3 (1980), 4 (1980) en 7 (1999); Figures, doubles, prismes. Nationaal orkest Lyon o.l.v. David Robertson. Naïve Montaigne MO 782163 (62’50”). 2002

 

De lijst met werken van Boulez is helaas niet erg lang. Niet alleen omdat hij een groot deel van zijn tijd besteedde aan dirigeren en organiseren, maar ook omdat hij de neiging had stukken te reviseren en te herschrijven. Sommige zijn daardoor blijven bestaan als ‘werk in uitvoering’. 

Het bekendste daarvan in de derde pianosonate waar hij in 1955 aan begon en die nooit werd voltooid.

Aan de andere kant van het spectrum bevindt zich Sur incises, een uitbreiding voor drie piano’s, drie harpen en drie slagwerkers die daarmee ruim een half uur bezig zijn. Daarnaast is er de originele pianoversie die slechts drie en een halve minuut duurt. Iets daartussen gebeurde met Notations.

Dat begon als pianowerk in 1945, tijdens Boulez’ vroeger seriële fase: het waren twaalf stukjes, elk van twaalf maten lengte, in totaal zo’n tien minuten durend.

Dertig jaar later was Boulez een ervaren dirigent met een optimaal oor voor sonoriteiten. Hij realiseerde zich al gauw dat deze stukken veel te winnen hadden om het grotere geweld dat hij wilde inzetten te kunnen uiten. 

Meer dan vijf heeft hij blijkbaar niet kunnen voltooisen. De eerste vier ontstonden snel in 1980 toen ze meteen in première gingen (en Daniel Barenboim er gauw de Erato opname 2292-454493-2  van maakte). Daarna verstreken verschillende deadlines voor een tweede groep van vier waarvoor het Chicago symfonie orkest opdracht had gegeven. De enige die uit die groep verscheen is de zevende van ongeveer acht minuten. In tegenstelling tot de andere snelle, beweeglijke of door motorische puls voortgestuwde stukken, is deze juist langzaam.

Samen vormen deze stukken een van de grootste moderne orkestrale hoogtepunten. De jonge Amerikaanse dirigent David Robertson dirigeert met absolute overgave, niet zo verwonderlijk voor iemand die veel met Boulez heeft samengewerkt. Het orkest uit Lyon beantwoordt de grote uitdagingen met gevoeligheid en virtuositeit, zodat recht wordt gedaan aan Boulez’ opmerking: “De zaden waren er, ver weg. En ik begon ze te beschouwen als zaden voor een nieuwe manier van denken “. Het alternatief van Michael Gielen (Hänssler 93098) is vrijwel gelijkwaardig goed.

Misschien is het ook nuttig om hier de volledige pianoversie van Aimard (DG 477.5385) eens ter vergelijking bij te halen.