Britten: Solo cello suites nr. 1 op. 72, 2 op. 80 en 3 op. 87. Quirine Viersen. Globe GLO 5259 (68’34”). 2013

De drie cellosuites van Britten werden geïnspireerd door de persoonlijkheid en de techniek van Mstislav Rostropovitch die zelf helaas alleen maar het eerste tweetal opnam (Decca 421.859-2). Maar deze werken onderscheiden zich al even opmerkelijk van hun door hun grote voorgsanger Bach geschreven solo cellosuites.

De beste vertolkers van Brittens werken voelen zich evenzeer thuis in de met Bach verwante contrapuntische complexiteit als in de lyrische intensiteit waarin Brittens eigen persoonlijke stem te horen is.

Eerder toonden Truls Mørk (Virgin 545.399-2), Torleif Thedéen (BIS CD 446), Robert Cohen (Decca 444.181-2) en Jean-Guihen Queyras (Harmonia Mundi HMN 91.1670) hun affiniteit met deze muziek, maar na Denise Djokic (Atma ACD 2 2524) is Quirine Viersen de eerste vrouw die zich met veel zorg voor frasering en expressie en een uitstekend consistent stijlgevoel over deze materie op cd ontfermt. De kwaliteit van haar opname is ook een pluspunt. Ze brengt ook goed naar voren dat  de suggestieve, vaak bijtende humor duisterder gevoelens maskeert.