Brahms: Vioolsonates nr. 1 in G op. 78, 2 in A op. 100 en 3 in d op. 108; Scherzo in c van de FAE sonate WoO. 2. Christian Tetzlaff en Lars Vogt. EMI 557.526-2 (71’19”). 2002
Brahms: Vioolsonates nr. 1 in G op. 78, 2 in A op. 100 en 3 in d op. 108; Scherzo in c van de FAE sonate WoO. 2. Christian Tetzlaff en Lars Vogt. Ondine ODE 1284-2 (72’44”). 2015
Tijdens het festival Spannungen in het RWE Kraftwerk Heimbach maakten Tetzlaff en Vogt 4 november 2002 hun eerste ‘live’ opname van de complete werken voor viool en piano van Brahms.
Dertien jaar later herhalen ze dit programma onder echte studiocondities zodat om te beginnen viool en piano beter klinken. Maar niet alleen dat is winst. Geschraagd door meer ervaring en langer samenspel hebben ook de opvattingen en vertolkingen aan verdieping gewonnen. In weloverwogen voordracht komt daardoor vooral de lyriek mooier naar voren. Tetzlaffs toon is nog fraaier, genuanceerder dan weleer. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de mooie gradaties die hij zelfs tot in de pianissimi aanbrengt.
Sonate nr. 1 kent hier prachtige overgangen tussen felle intensiteit en overpeinzende introspectie. Sonate nr. 2 kent mooie melancholieke stemmingswisselingen en het rusteloze karakter van nr. 3 is goed naar voren gebracht.
Het hele programma is aangenaam verrassend in gebonden vrijheid uitgevoerd. In een Vergelijkende discografie werden in 2014 de oudere opname van Perlman en Ashkenazy (EMI 747.403-2) en Kavakos en Wang (Decca 478.644-2) tot de mooisten verklaard, gevolgd door Suk Katchen (Decca 421.092-2), Dumay en Pires (DG 435.800-2) en Osostowicz en Tomes (Hyperion CDA 66455). Als mogelijk nieuwe kanshebbers verschenen daarna nog Kristof Baráti en Klára Wurtz (Brilliant Classics 94824) en Augustin Dumay en Louis Lortie (Onyx ONYX 4133), maar zij imponeerden toch minder dan Tetzlaff en Vogt op herhaling. Wie nog niet van een van de genoemde eerdere opnamen is voorzien, kan met een gerust geweten deze nieuwste kiezen.