CD Recensies

BORISOVA-OLLAS: TRIUMPH OF HEAVEN, THE

Borisova-Ollas: The triumph of heaven. Wings of the wind; Symfonie nr. 1 ‘The triumph of heavenn’; Roosters in love; Im Klosterhofe; Silent Island. Resp. Norrköping symfonie orkest o.l.v. Mats Rondin, Raschèr saxofoon kwartet, Pia Segerstam (vc) en Christophe Sirodeau (p) en Eva Sidén (p). Phono Suecia PSCD 171 (62’19”). 2008

 

Bij een bezoek van het Stockholms filharmonisch orkest aan Amsterdam stond Open ground van de Russisch-Zweedse componiste Victoria Borisova-Ollas op het programma. Een intrigerend ongeveer tien minuten durend werk, geïnspireerd door Salman Rushdies novelle ‘The ground beneath her feet’ dat naar een nadere kennismaking met deze componiste deed verlangen. Deze cd met een aardige dwarsdoorsnede door haar werk bracht uitkomst.

Victoria Borisova-Ollas werd 21 december 1969 in Vladivostok geboren. Daar kreeg ze op zesjarige leeftijd haar eerste pianolessen van haar moeder. Daarna studeerde ze aan de Centrale Muziekschool in Moskou en het Tchaikovsky staats conservatorium. Haar studie rondde ze af aan het Royal college of music in Londen en vergelijkbare instellingen in Malmö en Stockholm. In 1992 vestigde zij zich in Zweden.

Wings of the wind (1997) waarmee ze het jaar daarop een tweede prijs won op het Masterprize concours en Symfonie nr. 1 (2001) zijn orkestwerken, Roosters in love (1999) is voor saxofoonkwartet, Im Klosterhofe (1999) voor cello en piano en Silent island (2000) is een pianowerk.

Voor het eerst geconfronteerd met deze muziek blijkt deze redelijk makkelijk toegankelijk. Dat blijkt meteen uit Wings of the wind dat rustig en verstil begint en daarna golvend een paar climaxen doorloopt. Het werk is opvallend mooi en rijk georkestreerd.

In de driedelige symfonie die door de componiste haar ‘meest Russische werk’ is genoemd, herkennen we enigszins een identiek verloop: een geheimzinnige inleiding wordt gevolgd door een fel allegro met iets van de sfeer van Borodins In de steppen van Centraal Azië, maar dan verlatener en kouder, doch wel met veel vaart en energie. Het kalme coda brengt een verrassende rust. De onrust keert in het tweede deel met klopeffecten van de lage strijkers en het slagwerk en tremolandi van de violen. Na een climax eindigt dit deel wat abrupt. Ook de finale heeft weer iets bezetens als een geagiteerde Nachtrit en zonsopgang van Sibelius, maar dan in overweldigender vorm en bekroond met een felle climax.

Hierna wordt in het geestige saxofoonkwartet Roosters in love een aanzienlijk luchtiger, geestiger toon aangeslagen. Verliefde haantjes voeren een grappig dansje uit, maar zijn niet voortdurend blij en gelukkig.

Met Im Klosterhofe beleven we een volgende verrassend grote, bijna twaalf minuten durende overgang naar een duisterder, verstilder wereld.

Het minimalistische Silent Island dat nog een twee minuten duurt zorgt voor een volkomen ontspannen sfeer. 

Zover na te gaan hebben alle vertolkingen een heel hoog niveau en wat belangrijker is: het blijkt werkelijk de moeite waard en zeer lonend om zich in het werk van deze componiste te verdiepen.