CD Recensies

BACH, J.S.: HOHE MESSE, COHEN

Bach, J.S.: Mis in b BWV. 232 ‘Hohe Messe’. Lydia Teuscher (s), Ida Falk Winland (s), Tim, Mead (ct), Samuel Boden (t), Neal Davies (bs) met Arcangelo o.l.v. Jonathan Cohen. Hyperion CDA 68051/2 (2 cd’s, 1u. 54’43”). 2013

 

We zijn langzamerhand gewend aan een Bach die in handen van dirigenten die uitgaan van de historische muziekpraktijk in vlotte tempi en kleinschalig (zeker im de ‘grote werken’) klinkt. Wat dat betreft biedt Jonathan Cohen met het door hem gevormde ensemble Arcangelo nauwelijks een verrassing.

Toch heeft die vertolking best wat bijzonders. Het vergt even tijd om het beginkoor met twintig koorleden niet als gewichtig en aardgebonden te ervaren, maar sals een gelijkmatige, opbeurende en heel evenwichtige muziekstroom.

Snel went men aan Cohens muzikaal intelligente mengeling van authentieke en licht romantische tradities, gerealiseerd door kwalitatief hoogwaardige musici die tot veel goeds in staat zijn in deze door een goede balans tussen plechtigheid en niet uitvergrote monumentaliteit gekenmerkte lezing. Dat blijkt goed uit de verinnerlijkte spiritualiteit die door het koor wordt bereikt in Et incarnatus est, de lofprijzende luister van het Gloria en Et resurrexit est.

De inzet van countertenor Tim Mead in het ingetogen gezongen Agnus Dei blijkt heel zinvol en effectief. Aan het slot, in het heel welsprekend en met veel spanning opgebouwde Dona nobis pacem, lijkt wel of Cohen wil herinneren aan de allerminst authentieke opnamen van Karajan en Klemperer.

Deze lezing zal zeker degenen die liever niet te maken hebben met extreme opvattingen plezieren. Dit is een tijdens het tijdens het Tetbury festival in de St. Mary kerk gemaakte opname.

Het resultaat is een uitvoering die iets bijzonders heeft en die een ereplaatsje verdient in het gezelschap van Brüggen (Philips 426.238-2), Gardiner (Archiv 415.514-2), Suzuki (BIS 10701/2), Herreweghe (Phi LPH 004) en Rifkin (Nonesuch 979.036-2).