Beethoven: Sonatine voor altviool en cello in C WoO. 33 nr. 1-5; Duett mit den zwei obligaten Augengläsern in Es WoO. 32; Thema en variaties op.42 uit Serenade in C op. 8 (bew. Kleinheinz en Primrose); Cellosonate nr. 5 in D op. 102/2; Klarinettrio in Bes op. 11 (bew. Rysanov). Maxim Rysanov (va), Kristine Blaumane (vc) en Jacob Katsnelson (p). Onyx ONYX 4108 (72’45”). 2011

Altviolisten voelen zich soms nogal tekort gedaan omdat er voor hen in vergelijking met violisten en cellisten zo weinig repertoire is om zich nadrukkelijk te profileren. De jonge Beethoven was hen nog behulpzaam door en 1799 een sonate voor viool en cello te schrijven waarvan het manuscript rust in Berlijnse staatsbibliotheek en eerder al in 1797 een duo voor dat tweetal instrumenten in Es. Beide werken hebben een onbekommerde, luchtige inslag met dansritmen. In de tekst bij dit plaatje noemt Barry Cooper het niet onwaarschijnlijk dat Beethoven zelf de altpartij speelde.

Maar daarmee hebben we het ook gehad wat originele altvioolwerken bij Beethoven betreft. Voor de rest van het programma zijn we aangewezen op een bewerking van William Primrose van een strijktrio en de omzetting van een cellosonate en eentje van het ook vroege klarinettrio door Rysanov zelf. Dat blijkt gelukkig heel functioneel en effectief.

Zelf op een Guadagnini uit 1780 spelend, neemt hij zijn twee collega’s, celliste Kristine Blaumane en pianist Jacob Katsnelson in de het Litouwse Vilnius gemaakte opname mee in vaardige en van intimiteit, kleur en bijzondere vaardigheden getuigende verklankingen. Een interessante, goed geslaagde kamermuziek aanwinst.