Braunfels: Gesänge op. 1 nr. 1-6; Fragmente eines Federspiels op. 7 nr. 1-8; Gesänge op. 4 nr. 1-6; Neues Federspiel nr. 1-9; Was ihr wollt, stukken bij Shakespeare’s Twelfth Night op. 11; Klärchen-Lieder op. 29 nr. 1 en 2; Nachklänge Beethovenscher Musik op. 13; Herbstgefühl; ‘An die Perzen’ uit Gesänge op. 27/1; Gesänge op. 44 nr. 1 en 2. Marlis Petersen (s), Konrad Jarnot (b) en Eric Schneider (p). Capriccio C 5251 (73’01”). 2011

Gelukkig beleeft het werk van de Duitse componist Walter Braunfels (1882-1954) een verdiende herleefde belangstelling die in Duitsland beginnend hopelijk een internationale uitstraling krijgt.

De componist had tegen dat hij in een periode kwam te leven waarin zijn muziek niet op waarde werd geschat. Eerst niet door de Nazi’s die hem ‘on-Duits en ontaard’ verklaarden omdat hij een deels Joodse afstamming had. Na W.O. II niet passend in het achteraf deels mislukte streven van de Darmstadtse atonale nieuwlichters.

Gelukkig kwam een moment voor rehabilitatie van zij laat-romantische werk. Na de opera Die Vögel (Zagrosek, Decca 448.679-2), herleefden ook Prinzessin Brambilla (Danilo Belardinelli, Marco Polo 8.225312/3), Jeanne d’Arc (Honeck, Decca 476.3978) en Die Verkündigung (Schirmer, BR 900311) een wedergeboorte.

Maar hier gaat het om een bijna volledige opname van zijn liederen, materiaal uit de jaren 1902 tot 1932 in chronologische volgorde vastgelegd. De verrassing, de ontdekking daarvan brengt de grote lyrisch-dramatische kwaliteit hiervan.

Neem alleen al de zeventien liederen uit Des Knaben Wunderhorn die samen de Federspiel cycli vormen. Marlis Petersen heeft zich dit idioom geheel eigen gemaakt. Ze kan als een vogel tot in het hoogste bereik van haar stem sprankelend, bij vlagen zelfs exotisch doen kwinkeleren maar weet ik de late liederen op gedichten van Hans Carossa te verinnerlijken. Mooi expressief klinken vooral ook de beide Klärchen Lieder op tekst van Goethe. Vergelijk ze met die uit Beethovens Egmont met bijvoorbeeld Gundula Janowitz (DG 419.624-2), Simone Kermes (RCA 88883-79634-2) en Cora Burggraaf (Challenge CC 72198).

De rest van het recital bevat ook veel boeiends. Het is overgelaten aan bariton Konrad Jarnot die de beide liedgroepen met teksten van Duitse dichters en de Shakespeare liederen kernachtig voordraagt. Knap ook is wat begeleider Eric Schneider steeds van de pianopartij maakt.