CD Recensies

BRUCKNER: SYMFONIE NR. 3, NÉZET-SÉGUIN 2

Bruckner: Symfonie nr. 3 in d WAB. 103. Staatskapel Dresden o.l.v. Yannick Nézet-Séguin. Profil Medien PH 12011 (72’01”). 2008

 

De derde symfonie van Bruckner heeft de reputatie de meest herziene te zijn. Het is niet verwonderlijk waarom hij het werk optimaal in orde wilde hebben. Het werk was namelijk opgedragen aan zijn grote idool Wagner die in 1873 het vorstelijke beginthema prees en de echo’s van thema’s uit Die Walküre, Tristan und Isolde en Tannhäuser op prijs hebben gesteld. 

Het werk vertegenwoordigt ook een grote stap voorwaarts op onbekend symfonisch terrein; het verkent het Beethoveniaanse idee van een reis van donker naar licht op geheel nieuwe manier.

De compositie bleek tijdens de première in Wenen in 1877 echter te vernieuwend voor het publiek. De uitvoering werd een fiasco en Bruckners vertrouwen in de partituur liep een forse deuk op.

De uiteindelijke versie uit 1889 is aantrekkelijk wat korter, maar het vele schrappen heeft de structurele eenheid geen goed gedaan. Enkele van de latere revisies klinken hier en daar wat eigenaardig. De versie uit 1877 is consistenter en het triomfantelijke slot lijkt precies op tijd te komen.

In 2014 maakte Nézet-Séguin een opname met zijn Stedelijk orkest uit Montréal, hier eerder niet al te lovend besproken. Nu duikt ineens nog een zes jaar eerder in Dresden gemaakte opname uit. Om te beginnen is buiten kijf dat  de Dresdenaren het betere Brucknerorkest zijn dan het eerder Frans klinkende ensemble uit Montréal. Beide opnamen zijn goed direct vergelijkbaar omdat in allebei de Nowak uitgave van de versie 1873 wordt gebruikt.

In Dresden naam de dirigent ook ten voordele wat meer tijd (72’01’ tegen 66;43”). Maar de eerdere vertolking klinkt ook wat krachtiger en grootser. Toch lijkt dit typisch een uitgave voor volgers en bewonderaars van de Brucknercyclus van deze dirigent.

Wie het om de essentie van deze symfonie gaat, kan beter vasthouden aan bijvoorbeeld Jansons (RCO Live 09002), Tintner (Naxos 8.553454) of Blomstedt (Querstand VKJK 1017).