CD Recensies

BEETHOVEN: PIANOCONCERTEN NR. 1-5; TRIPELCONCERT; VIOOLCONCERT E.A., VLADAR, VAN KEULEN

Beethoven: Pianoconcerten nr. 1-5; Tripelconcert in C op. 56; Vioolconcert in D op. 61; Romances voor viool en orkest nr. 1 in G op. 40 en 2 in F op. 50. Stefan Vladar (p), Isabelle van Keulen (v) en Julian Steckel (vc) met het Weens kamerorkest o.l.v. Stefan Vladar. Capriccio C 7210 (4 cd’s, 4u. 14’01”). 2015/6 

 

Het moet in de jaren tachtig zijn geweest dat de Nederlandse platenpers door Paul Blitz van Sony Nederland in een Haarlems zaaltje werd uitgenodigd om een kort optreden van de Weense pianist Stefan Vladar bij te wonen naar aanleiding van zijn cd debuut.

Een gedegen, maar geen erg diepe indruk maakte Vladar toen. Sindsdien zwierf hij met meer opnamen over diverse merken, nam de vijf pianoconcerten van van Beethoven al eerder, in 1988, op met de Capella Istropolitana o.l.v. Barry Wordsworth (Naxos 8.550121/2, 8553266) en maakte ook daarmee geen groot enthousisme los.

En nu is er dus een nieuwe poging van de intussen ook dirigent van het Weens kamerorkest geworden Vladar die de uitvoeringen vanachter de vleugel leidt. Die is beter gelukt, bezit een duidelijker profiel en is feller geaccentueerd, wat bijvoorbeeld in de finale van het tweede concert van voordeel is. In het largo van het derde concert gunt hij zich ook wat meer expressieve vrijheid.

Maar als geheel gaat het door de wat bescheiden inbreng van het orkest om een Beethoven light. Dat is bijvoorbeeld te merken aan de minder uit de kluiten gewassen dynamiek en de wat onzekere presentatie van het orkest in het middendeel van het vierde concert. Zo had ook het vijfde als geheel best wat ‘keizerlijker’ mogen zijn.

Dan komen we verrassend aan het tripelconcert, het vioolconcert en de beide romances. Die komen evenwichtiger en waardevoller uit de verf en laten ons eindelijk Isabelle van Keulen eens in dit drietal composities horen. Ze vormt een goed team met Vladar en Steckel; het drietal speelt heel geanimeerd en dartel zodat het resultaat best hoog mag worden aangeslagen. Hooguit past het door hen gebruikte gangbare vibrato niet ideaal bij het vibrato-arme orkestspel. Leuk is dat werd gekozen voor de steeds gangbaarder cadens met pauken in het vioolconcert. Ook de beide Romances voldoen goed, zij het dat het tempo in nr. 2 aan de hoge kant is.

Ideaal zou zijn wanneer tripelconcert, vioolconcert en de romances worden losgeweekt van de pianoconcerten.

Zoals de situatie nu is, blijken nog steeds de vijf pianoconcerten van Aimard/Harnoncourt (Teldec 0927-47334-2), Perahia/Haitink (Sony S3K 44575) en Pollini/Abbado (DG 439.770-2) een verstandiger keuze, net als het tripelconcert van Oistrakh, Rostropovich en Richter (EMI 566.954-2, Warner 7243-566954-2) of Aimard/Zehetmair/Hagen (Warner 2564-605602-2) en het vioolconcert van Perlman (EMI 566.900-2), Tetzlaff (Arte Nova 82876-76994-2), Zehetmair (Philips 462.123-2) en Jansen (Decca 478.2111).