Boismortier: Suites voor fluit en b.c. op. 35 nr. 1 in e, 2 in G, 3 in g, 4 in D, 5 in b, 6 in A; Sonates voor fluit en basinstrument in D op. 44/1, in b op. 44/2, in G op. 44/3, in e op.44/4, in A op. 44/5, in g op. 44/6; Sonates voor fluit en klavecimbel in D op. 91/1, g op. 91/2, G op. 91/3, e op. 91/4, A op. 91 /5, c op. 91/6. Musica ad Rhenum o.l.v. Jed Wentz. Brilliant Classics 95366 (3 cd’s, 2u. 59’33”). 2016
Hij drukte wel een stempel op de muziekwereld tijdens zijn leven maar nauwelijks op het nageslacht. Terwijl in sommige commentaren staat dat hij ‘eerder vruchtbaar dan geleerd, eerder slecht dan middelmatig’ was, is Joseph Bodin de Boismortier (1689-1755) die voor zo ongeveer ieder instrument en combinatie van instrumenten schreef, maar daarnaast ook ballet-opera’s, motetten en cantates best een talentvolle componist. Dat hij niet steeds op waarde werd geschat, kan ermee te maken hebben dat in de achttiende eeuws net zo snel van smaak als van koning werd gewisseld. Zijn diensten waren in ieder geval graag gewild en misschien maakt hij aanspraak op de titel Franse vruchtbaarste componist als een soort Gallische Telemann.
In de dertien bundels omvattende composities van Boismortier bevindt zich zeker heel wat een cent de el materiaal, maar het moet worden gezegd dat de hier grondig per opusnummer bijeengebrachte suites en sonates kostelijke muziek bevatten. We krijgen al luisterend een parade van stijlen te verwerken: Frans, Italiaans, gallant, rustiek.
Het gaat niet om uitgesproken virtuoze werken maar de snelle delen kunnen een energieke aanpak zoals die van Jed Wentz en zijn trouwe ensemble goed verdragen. Zoals de langzame een gevoelige expressie van node hebben.
Het is in ieder geval een genoegen om naar deze vertolkingen te luisteren, maar het is verstandig om dat bij beetjes tegelijk te doen.