CD Recensies

BERIO: A-RONNE; CRIES OF LONDON

Berio: A-ronne; Cries of London. Swingle II o.l.v. Luciano Berio. Decca 425.620-2 (44’46”). 1976

 

Berio’s A-ronne is lang door velen beschouwd als het beste koorwerk uit de jaren zeventig van de twintigste eeuw. De titel van het werk is afgeleid van de Italiaanse term ‘Van A tot Ronne’, het equivalent van ons ‘Van A tot Z’. Berio noemde de compositie ‘een documentaire over een gedicht van Edoardo Sanguinetti’ en beschrijft zijn tekst die bestaat uit de deeltjes

a: ah: ha

Am Anfang

E… la .. un.. Qui … E

Den Den

Am … Prin …. Ci …. Nel … Mio

Le  … My… Con …. Ron… Ou… Mor

als de benadering van van een tekst die geanalyseerd en gebruikt moet worden als generator voor verschillende vocale situaties en expressies (het gedicht zelf is een collage van materiaal uit diverse bronnen. Dat gaat van het Communistisch manifest via de Bijbel tot verzen van Dante.

Het heeft iets van een seculiere bijbel, een half uur lang caleidoscopisch van A tot Z experimenteren voor een radio documentaire uit 1974.

Het daaruit resulterende muzikale werk is een briljante tour de force die de luisteraar confronteert met een scheldkanonade van vocale technieken, die gaat van geschreeuw, gekreun, geboer, gegiechel, gezucht, gefluister, gekuch en gefluit tot echt conventioneel gezang.

Het beoogde effect is een superieur blijk van theater voor de verbeelding.

Het eveneens heel fascinerende, geweldige Cries of London uit 1976, dat bestaat uit een stel coupletten met een steeds terugkerend refrein

These are the cries of London  town

Where are ye fair maids

These are the cries of London

Garlic, good garlic

These are the cries of London

Money, penny come to me

Come, (buy…)

Het is een bewerking van een stuk dat oorspronkelijk werd geschreven voor de King’s Singers. De direct aansprekende, veelal geestige charme vormt een fijn contrast met het erg modernistische A-ronne.

De teksten zijn dezelfde als die door Engelse madrigalisten werden gebruikt, hoewel de door Berio toegepaste muzikale technieken dichter bij die van Middeleeuwse componisten staan.

Swingle II, dat bestaat uit Olive Simpson, en Catherine Bott (s), Carol Hall en Linda Hirst (ms), John Potter en Ward Swingle (t) en John Lubbock en David Beaven (bs) toont zich een uitermate overtuigende pleitbezorger van deze veeleisende, uitdagende en pakkende werken en de van de lp uitgave Decca HEAD 15 verdoekte opname bezit demonstratie kwaliteit.