Biber: Missa Alleluja a 36; Nisi Dominus; Sonate voor viool en b.c. in A ‘La pastorale’; Hic est panis. Markus Forster (ct), Alois Mühlbacher (ct), Markus Miesenberger (t), Bernd Lambauer (t), Gerhard Kenda (bs) met de St. Florianer Sängerknaben en Ars antiqua Austria o.l.v. Gunor Letzbor c.s. Hubert Hoffmann (theorbe), Jan Krigorvsky (vdg) en Erich Traxler (org). Accent ACC 24325 (59’08”). 2015
In 1994 had Konrad Junghänel reeds de Missa Alleluja opgenomen (Duitse Harmonia Mundi 05472-77326-2). Het zesendertigstemmige (!) werk dat tussen 1690 enn 1698 werd geschreven, was bestemd voor de dom in Salzburg. De originele partituur ging verloren, maar aan de hand van kopieën die in Kremsmünster zijn gevonden bleken deze twee opnamen mogelijk.
Een koor met tweevoudig bezette sopranen, alten, tenoren en bassen bood hem veel mogelijkheden voor meerkorigheid. Het strijkerscorps levert ook zes stemmen en dan zijn er nog twee klarinetten zeven trompetten, twee cornetten en pauken.
Het werk geeft een mooie inkijk in de kleurige en contrastrijke koorwereld uit de vroegbarok. Veel muziek staat in driekwartsmaat en dat geeft Letzbor en zijn team – meer dan Junghänel – de mogelijkheid om zwierig uit te pakken. Luister maar eens naar het uitgelaten ‘Christe eleison’. Er wordt voortreffelijk gezongen en gespeeld volgens de vereiste authentieke stem- en stijlmiddelen.