CD Recensies

BORODIN: PIANOKWINTET; CELLOSONATE, STRIJKKWARTET NR. 2

Borodin: Pianokwintet in c; Cellosonate; Strijkkwartet nr. 2 in D. Piers Lane (p), Julian Smiles (vc) en het Goldner kwartet. Hyperion CDA 68166 (77’57”).  

 

Als het gaat om lange, zingbare melodieën, behoort Borodin tot tot de begenadigste uit de Russische nationale school. Dit drietal werken stroomt haast over van de glorieuze thema’s, maar bevat gelukkig veel meer dan een medley van aardige deuntjes.

Borodins ideeën zijn zo talrijk dat men al snel zijn grote vakmanschap daarachter vergeet. In het tweede en bekendste van zijn strijkkwartetten laat hij zijn meesterschap ten volle zien, want wie anders lukte het om zo’n schitterend zomeravondgevoel van het tweede deel te schrijven? 

Opnamen zijn er in overvloed van het kwartet. Tot de mooiste behoren die van het Borodin kwartet (Chandos CHAN 9965), het Takács kwartet (Decca 452.239-2) en het Haydn kwartet 

(Naxos 8.550850), zie Vergelijkende Discografie.

Zo rijk aan mooie ideeën als het tweede strijkkwartet is, zo arm is het pianokwintet daaraan. Mogelijk dat het daarom ruim vijftig jaar moest wachten totdat het in 1915 voor het eerst werd uitgevoerd en nog eens twintig jaar voordat het werd gepubliceerd. Alleen het korte, quasi folkloristische scherzo is erg de moeite 

Bij de Cellosonate gaat het om een speculatieve voltooiing door Mikhail Goldstein van een werk dat zich in het beginstadium al ongelukkig ontwikkelde. Interessant is het als halve mislukking wel.

Het Goldner kwartet bestaat uit Dene Olding (v), Dimity Hall (v), Irina Morozova (va) en Julian Smiles (vc). en weet heel innemend en onpretentieus muziek te maken en bewijst daarmee een grote dienst aan Borodin. 

Er is echter één opname met precies hetzelfde programma van het Pražak kwartet met Jaromír Klepác, piano (Praga PRD 250.139) die net iets meer Slavisch gevoel uitstraalt. Ook de opname van Argerich & Friends met Alexander Mogielevsky die in 2014 tijdens het Lugano Festival werd gemaakt (Warner 2564-613460-2) blijft een geduchte rivaal. Maar op zichzelf beschouwd, bevalt de energieke en toch lyrische opzet van de Goldners ook goed.