Bach, C.P.E.: Sonates in g H. 512, Wq. 76 en in c H. 514, Wq. 78 (continuo realisatie: Brahms); Arioso con variazioni H. 535, Wq. 79; Freye Fantasie in fis Wq. 80, H. 536; Vioolsonate in D Wq. 71, H. 502. Leila Schayegh (v), Jörg Halubek (kl, tangentpiano). Pan Classics PC 10305 (71’25”). 2013
De werken voor viool en toetsinstrument van Carl Philip Emanuel Bach leiden in de fonografische wereld enigszins een schaduwbestaan. Goed dus dat daaraan wat wordt gedaan.
Het zijn hier niet zozeer de keurig vormelijke vioolsonates die de aandacht vragen, maar de quasi improvisatie van de Freye Fantasie (een solo voor toetsinstrument) en de vrij ingetogen Arioso als voorbeeld van de Empfindsame Stil.
Leila Schayech laat haar Andrea Guarneri uit 1675 weer met lieve lust zingen. Ze demonstreert haar inzicht en goede stijlbesef in de werken waaraan ze geëngageerd meewerkt heel overtuigend.
Jörg Halubek begeleidt haar gevoelig maar levert alleen ook erg goede prestaties. Interessant is dat hij niet alleen op een Mietke klavecimbel speelt, maar ook op een tangentpiano naar een voorbeeld van Späth en Schmal uit 1780. Misschien is dat wat te laat in de tijd, maar of dergelijke instrumenten die in vreedzame coëxistentie leefden met clavichord, klavecimbel en fortepiano erg veel verder waren ontwikkeld, is de vraag.
Er is een vrijwel gelijktijdig verschenen opname van Albrecht Breuninger en Piet Kuijken (Hännsler 93.312), maar alleen al omdat Breuninger met zijn eigentijdse instrument geen echte barokvertolker is, verdient Schayegh de absolute voorkeur.