Beethoven: Missa solemnis op. 123. Carolyn Sampson (s), Marianne Beate Kielland (a), Thomas Walker (t) en David Wilson-Johnson (bs) met de Cappella Amsterdam en het Orkest van de achttiende eeuw o.l.v. Daniel Reuss. Glossa GCD 921124 (1u. 15’00”). 2016
Beethovens Missa solemnis waaraan hij bijna vier jaar werkte, geldt tegenwoordig als een van de grootste negentiende eeuwse meesterwerken. Deze mis was een opdracht uit 1819 voor de kroningsmis van aartshertog Rudolph een jaar later. Maar toen was het werk nog niet klaar en hij presenteerde het voltooide werk pas in maart 1823 aan de aartshertog.
Beethoven was vastbesloten om een mis te schrijven die de liturgische tekst in alle diepte en pracht zou uitdiepen. Die wens drukte zwaar op hem, maar leidde ok tot een monumentale grandeur. De omvang en reikwijdte waren baanbrekend, maar tevens stamt het werk af van de Weense mistraditie en dankt vooral veel aan Beethovens eigen Mis in C uit 1807. Het is ook een verwerking van de grootse stijl van Haydns laatste missen. Toch bewandelt de Missa solemnis een nieuwe expressieve weg waarbij heel veel van de uitvoerenden wordt verwacht.
Er is wel beweerd dat Beethoven niet goed wist hoe hij voor de menselijke stem moest componeren, maar het gevoel van strijd dat de koorpartijen oproepen en met name de meedogenloos hoge sopraanpartij, is ongetwijfeld een vooropgezet doel van Beethovens missie om de ontzagwekkende tekst geloofwaardig te maken.
Dat vorig jaar toch nog een zaalopname van de Missa solemnis door de Cappella Amsterdam en het Orkest van de achttiende eeuw kon worden gemaakt, is niet vanzelfsprekend. Immers tijdens het lage regime van Frans Brüggen bij het orkest is het daar helaas nooit van gekomen en de Cappella Amsterdam verloor in augustus dat jaar de subsidie van het Fonds Podiumkunsten.
Dat het toch zover kwam, moet heel inspirerend zijn geweest. Dat een echte koorleider voor het orkest stond, was ook een duidelijk voordeel bij de totstandkoming van deze opname die bijzonder geïnspireerd klinkt met heel uitbundige momenten en heel wat intelligente subtiliteiten.
De ongeventileerde trompetten en trombones, de authentieke pauken zorgen voor een nuttige extra scherpte en indringendheid. De solisten overtuigen en de koorzang is prachtig, heel mooi gearticuleerd. Zo zijn de intense opwinding en het drama van de mis met een geïnspireerd gevoel van toewijding in een goed gareel geleid.
Dit is daardoor een aanzienlijke versterking van de groep historisch verantwoorde opnamen geworden. Naast de opnamen van Harnoncourt 3 (zijn allerlaatste überhaupt, Sony 88985-31359-2), Herreweghe (Harmonia Mundi HMC 80.1557) en Gardiner (Archiv 429.779-2). Mooi dat het werk op 1 cd paste. Zie ook de Vergelijkende Discografie uit 2015.