CD Recensies

BRAHMS: SERENADES NR. 1 EN 2

Brahms: Serenades nr. 1 in D op 11 en 2 in A op. 16. Gävle symfonie orkest o.l.v. Jaime Martin. Ondine ODE 1291-2 (72’33”). 2015

 

Wie even de tijd neemt om uit te zoeken welke dirigenten eerder dit paar orkestrale jeugdwerken van Brahms opnamen, komt tot her volgende, best indrukwekkende lijstje met sommige grote namen. In alfabetische volgorde zijn dat:  Abbado (DG 477.5424), Belohlavek (Supraphon SU 3868-2), Bertini (Orfeo C 008102 A), Bongartz (Berlin Classics BC 1359-2), Bostock (Classico 220535), Chailly (Decca 478.6775), Haitink (Philips 432.510-2), Joeres (Alto ALC 1098), Kertész (Decca 480.4839), Loughran (Kontrapunkt 32286), Mackerras (Telarc CD 8052-2), Masur (Decca 442.8298, Pentatone PTC 5186-188), Matthies (Naxos 8.553726) en  Sawallisch (Philadelphia orkest POA 1301) en Spering (CPO 777.300-2). 

Vervolgens kun je jezelf afvragen wat doet een volgende uitgave van een orkest uit een Zweeds Oostzee provinciestadje met 72.000 inwoners onder een van fluitist tot orkestleider geworden Spaanse dirigent er dan nog toe? Iemand die op cover en programma ook nog eens veel belangrijker met foto’s wordt voorgesteld dan de componist.

Maar wie vervolgens onbevooroordeeld luistert, moet vaststellen, dat het allemaal erg meevalt. R wordt met zorg en liefdevol gemusiceerd, de zes deeltjes uit de eerste en de vijf uit de tweede krijgen elk een eigen gezicht. Tempi zijn goed gekozen. De aanpak is levendig, maar lyrische, charmante momenten wordt niet te kort gedaan. Hooguit had de orkestklank in massale momenten wat transparanter gekund, al is de Ondine opnamekwaliteit verder heel goed.

Daarom kan deze cd er op zichzelf beschouwd best goed mee door, al blijven bezitters van de opnamen van Abbado, Haitink en Chailly nog net wat beter af.