CD Recensies

BOCCHERINI: CELLOSONATES

Boccherini: Cellosonates in C G. 17, Es G. 10, c G. 2, A G 4, Bes G. 565. Richard Lester (vc), David Watkin (vc), Chi-Cihi Nwanoku (cb). Hyperion Helios CDH 55.219 (67’30”). 1994  

 

Boccherini: Cellosonates nr. 1 in A G.13, 6 in A G. 4, c G. 2; Cirri: Cellosonates in g op. 15/5, in F op. 15/3, in A op.15/4. Catherine Jones (vc), Giulia Nuti (kl), Alison McGillavry (vc) en William Carter (git). Duitse Harmonia Mundi 888750-1318-2 (77’49”). 2013 

 

De naam Boccherini is vrijwel synoniem met de cello. Hij behoorde tot de productiefste componisten in zijn tijd en was een ware kosmopoliet die leefde in Milaan, Madrid, Londen, Berlijn en Amsterdam waar hij werd gevierd als cellovirtuoos.

Het bekendst werd hij met zijn ruim honderd strijkkwintetten voor de combinatie van 2 violen, altviool en 2 celli en een paar van zijn ten minste elf celloconcerten. De alles bijeen 45 cellosonates zijn wat minder bekend. Ze zijn geschreven voor ‘violoncello solo’ en ‘basso’ zodat uitvoerenden de keuze wordt gelaten tot cello en b.c. met een toetsinstrument of met een tweede cello en een contrabas.   

Het trio van Richard Lester speelt vijf van deze sonates weliswaar op darmsnaren en met oude strijkstokken, maar gunt zich in de context van de historiserende uitvoeringspraktijk wel wat vrijheden, daarbij zorgend integer te blijven. 

Interessant is dat dit trio zich baseert op een authentiek manuscript in Milaan wat de nodige autoriteit suggereert. Het drietal musici zorgt  voor een rijke expressie in de voordracht. Er is dus weinig aan te merken op hun opvatting en realisatie. Iets om dankbaar te aanvaarden.

Catherine Jones en haar drie kompanen kiezen op Duitse Harmonia Mundi een heel andere benadering. Om te beginnen baseren ze zich op een gedrukte uitgave en last Catherine Jones uitgebreide, goede eigen cadensen in en krijgt in een paar werken steun van een bescheiden meedoende gitaar en aartsluit, terwijl een klavecimbel als essentiële partner fungeert. Dat zorgt voor meer kleur.

Dat maakt het interessant om de twee gemeenschappelijke werken – G 2 en G 565 – in beide uitvoeringen onderling te vergelijken.

De rest van de DHM cd is gevuld met drie Cellosonates van Giovanni Battista Cirri (1724-1808) die een tijdgenoot van Boccherini was.

Op Tactus TC 680001 is ook wat muziek voor een, twee en drie cello’s te vinden en Balázs Máté vertolkte op Hungaroton HCD 32125/6 de zes Celloconcerten op. 14 van hem. Verder is hij discografisch terra incognita.

Met zoveel animo en glans uitgevoerd zijn deze werken een heel aangename ontdekking. Vooral Catherine Jones verdient lof voor haar spel en initiatief, maar haar begeleiders ondersteunen haar ferm.

Van vroeger herinner ik de voortdurend terugkerende, met telkens nieuwe voorbeelden onderbouwde grap in ik meen Elseviers rubriek Praetvaria dat ze bij de Tel(l)egraaf niet konden tellen. Ook bij Duitse Harmonia Mundi blijkt men moeite te hebben met optellen. Op de cover is een speelduur van 67’08” opgegeven, in de programmatoelichting staat 68’36’ en als men hat plaatje in de cd speler stopt, blijkt het 77’49” te zijn.