CD Recensies

BACH, J.S.: VIOOLSONATES NR. 1-6 E.A., APOLLO ENSEMBLE; ZANISI

Bach, J.S.: Vioolsonates nr. 1 in b BWV 1014, 3 in E BWV 1016, 5 in f BWV 1018, in G BWV 1021 en in e BWV 1023. Apollo ensemble. Centaur CRC 3527 (65’45”). 2015

Bach, J.S.: Vioolsonates nr. 1-6 BWV 1014/9; Cantabile uit Vioolsonate nr. 6 (versie 2). Chiara Zanisi en Giulia Nuti. Arcana A 426 (2 cd’s, 1u, 35’28”). 2016

Net als de zes Brandenburgse concerten, de zes klavierpartita’s en de zes solosuites vormen de zes vioolsonates van Bach uit 1725 een reeks die is geordend volgens majeur/mineur toonaard in een gespiegelde symmetrie van intervallen tussen de toetsen.

Deze sonates zijn duidelijk niet voor de conventionele viool, baslijn en klavier voor harmonische opvulling, maar voor het toetsinstrument waarop met beide handen volledig uitgewerkte partijen worden gespeeld. Vaak levert dat een triosonatetextuur op twee instrumenten op: viool en rechterhand klavecimbel boven de bas met een wenselijke optionele gamba.

Elders is Bach op een andere manier inventief. Sonate nr. 1 begint met vier maten alleen door het klavecimbel voordat de viool met een geheel zelfstandige melodielijn inzet; in het derde deel van sonate nr. 2 spelen viool en rechterhand klavecimbel een canon. Nummer 3 begint duidelijk in klassieke stijl, als de viool vrijelijk boven een klavecimbel met volle textuur zweeft met de linkerhand in volle octaven. Het derde deel heeft herhaalde klavecimbelakkoorden die er op papier heel pianistisch uitzien. 

Het vreemdst van al is het derde deel uit sonate nr. 5 met een klavecimbelbegeleiding in gebroken akkoorden, een vioolbegeleiding in herhaalde dubbelslagen – en geen van beide creëert een melodie. In het derde deel van nr. 6 ontbreekt de viool geheel en wordt het concept van de baroksonate tot het uiterste opgerekt.

Als nakomers zijn er dan nog de Sonates in G BWV 1021 en in e BWV 1023 waaraan een b.c. gamba te pas komt en er zijn nog wat alternatieve delen.

David Rabinovich (v), Marion Boshuizen (kl), Cassandra Luckhardt (vdg) van het Apollo ensemble maakten in 2013 het begin van deze complete opname vioolsonates met de nrs. 2, 4 en 6 (Centaur CRC 3372, reeds besproken) en voltooien de klus nu. Het mooie is dat ze dit op een ongecompliceerde manier als instinctieve musici doen met volkomen technische beheersing en een gezonde muzikale opvatting. Daarmee is het pleit al goeddeels gewonnen. Rabinovitch ontlokt een lyrische plooibaarheid aan zijn viool en Boshuizen laat haar klavecimbel robuust genoeg vriendelijk klinken. Het is nauwelijks nodig op details in te gaan, want feitelijk klopt alles. De uitgave heeft meerwaarde door de toevoeging van de substantiële extra’s.

Vrijwel gelijktijdig verscheen ook de volledige opname van de zes standaard sonates met Chiara Zanisi en Giulia Nuti. Ook deze beide Italiaanse musici zijn vertrouwd met de oude muziek materie en de vertolking daarvan zoals men het tegenwoordig verwacht. Ze spelen over het geheel mogelijk wat zangeriger. Het kan ook zijn dat de akoestiek in de opnamestudio aan dat milde klimaat bijdraagt. De violiste zorgt voor mooie versieringen. Een wat minder moment treedt op in het allegro assai van sonate nr. 2, maar daarentegen is het eerste deel van nr. 5 weer prachtig geslaagd. Zanisi en Nuti laten het bij de zes sonates en zijn daardoor wat in het nadeel. Wat ontbreekt zijn de canon BWV 1019 a/1, het adagio BWV 1019a/2, de fuga in g BWV 1026 en de sonate in A BWV Anh. 153.

Wie enigszins op de hoogte is van het totale aanbod aan opnamen van Bachs zes sonates, weet dat er al bijzonder fijne zijn van met name Rachel Podger, Trevor Pinnock en Jonathan Manson (Channel classics CCS 14789 (2 cd’s) 

Andrew Manze, Richard Egarr en Jaap ter Linden (Harmonia Mundi HMU 90.7250/1, 2 cd’s)

Monica Huggett en Ton Koopman (Philips 410.401-2, 2 cd’s)

Giuliano Carmignola en Andrea Marcon (Sony S2K89469)

Leila Schayegh, Jörg Halubek (Glossa GCD 923507 (2 cd’s)

Viktoria Mullova, Ottavio Dantone en Vittorio Ghielmi (Onyx ONYX 4020, 2 cd’s)

Erich Höbarth en Aapo Häkkinen (Aeolus AE 10236)

Lucy van Dael en Bob van Asperen (Naxos 8.554614, 8.554783).

John Butt en Lucy Russell (Linn CKD 433 (2 cd’s)

Michele Makarski en Keith Jarrett (ECM 476.458-2)

Catherine Manson en Ton Koopman (Challenge CC 72560 (2 cd’s)

Chiara Banchini en Jörg-Andreas Bötticher (ZigZag territoires ZZT 302, 2 cd’s)

Elisabeth Blumenstock, John Butt en Elisabeth le Guin, Steven Lehning. Harmonia Mundi HMX 290.7364/5, 2 cd’s) 

Keuze te over dus, maar met de zekerheid dat zeker het Apollo team zonder meer bij de meest aanbevelenswaardigen hoort.