CD Recensies

BEETHOVEN: PIANOSONATES NR. 5, 6, 7, 11, 13, 14, 21, 22, 23, 30, 31, 32, CHEMIN

Beethoven: Pianosonates nr. 5 in c op. 10/1, 6 in F op. 10/2, 7 in F op. 10/2, 11 in Bes op. 22, 13 in Es op. 27/1 Quasi una fantasia, 14 in cis op. 27/2 Mondschein. Muriel Chemin. Solstice SOCD 190/1 (2 cd’s, 1u. 57’48”). 2000

 

Beethoven: Pianosonates nr. 21 in C op. 53 Waldstein, 22 in F op. 54, 23 in f op. 57 Appassionata, 30 in E op. 109, 31 in As op. 110 en 32 in c op. 111. Muriel Chemin. Solstice SOCD 174/5 (2 cd’s, 2u, 11’26”). 2000

 

Een van de weinige pianosonates van Beethoven met een tragische ondertoon is de Appassionata die tot zijn Hammerklavier van 1818 kennelijk zijn favoriet was. Het is een sonate van extremen – van vorm, emotionele intensiteit, reikwijdte en omvang. Die werden deels mogelijk gemaakt door de nieuwe Franse piano van Erard met vijfeneenhalf octaaf bereik die Beethoven in 1803 ter beschikking kreeg.

Het stormachtige eerste deel bevat een figuur van viernoten, een voorschaduw van het begin van de Symfonie nr. 5. Een griezelig akkoord met verminderde septiem sluit het tweede deel af en wordt aan het begin van de finale met kracht weer opgepakt.

Volgens Beethovens vriend Ferdinand Ries kreeg Beethoven het idee voor deze geselende, sstormachtige figuur tijdens een boswandeling. ‘De hele tijd’, volgens Ries. ‘liep hij te neuriën en soms zelfs te gieren, alsmaar op en neer, maar zonder specifieke noten te zingen’.

Deze populaire sonate is een van de twaalf sonates welke de Franse pianiste Muriel Chemin, die in eigen land als Beethovenspecialiste geldt, op het eerste tweetal dubbeluitgaven van wat tot een complete cyclus moet uitgroeien koos. Waarschijnlijk heel bewust niet de chronologische volgorde aanhoudend.

Haar komst maakt erop attent hoe weinig pianistes zich tot nu toe fonografisch aan zo’n complete reeks wijdden: Anny Fischer (Hungaroton), Anne Øland (Membran 2208650) en Idil Biret (IB 8.501901, 10 cd’s) schijnen de enigen te zijn.

Anny Fischer (Hungaroton) 1977/8 en Anne Øland (Membran 220865, 10 cd’s), Idil Biret (Naxos 8.501901) gingen haar voor met slechts redelijk geslaagde ondernemingen. Van Hélène Couvert (Zig-Zag territoires ZZT 041001) en Tatiana Nikolayeva (Olympia OCD 561) is bekend dat ze tenminste ooit aan nr. 1 begonnen.

De française heeft of de anderen om te beginnen voor dat ze op een mooie Fazioli speelt en dat ze profiteert van een heel goede opnamekwaliteit.

Wat haar uitvoering van de Appassionata betreft, is haar opvatting eerder indringend dan hartstochtelijk. Er wordt met een goede combinatie van inzicht en verbeelding gespeeld.

Overdrachtelijk geldt dat ook voor de overige sonates. Dat individuele, eigene bevalt wel en op haar manier stelt Chemin zich goed op tegen de manlijke collega’s, Kempff (DG 447.966-2), Kovacevich (EMI 562.700-2), Brendel (Philips 446.909-2), Goode (Nonesuch 7559-79328-2) en Gulda (Brilliant Classics 92773) voor zover we dat nu al kunnen aanvoelen. In elk geval loont het om haar twee aandachtige oren te lenen.