CD Recensies

BEETHOVEN: SYMFONIE NR. 9, JANSONS (3x)

Beethoven: Symfonie nr. 9 in d op. 125. Krassimira Stoyanova (s), Marianne Cornetti (a), Robert Dean Smith (t), Franz-Josef Selig (bs) met het Groot omroepkoor en het Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons. RCO Live 08008 (75’21”). 2006

 

Beethoven: Symfonie nr. 9 in d op. 125. Krassimira Stoyanova (s), Lioba Braun (a), Michael Schade (t) en Michael Volle (b) met koor en orkest van de Beierse omroep o.l.v. Mariss Jansons. BR Klassik 900156 (66’18”). 2007

 

Beethoven: Symfonie nr. 9 in d op. 125. Christiane Karg (s), Mihoko Fujimora (ms), Michael Schade (t), Michael Volle (b)  met koor en orkest van de Beierse omroep o.l.v. Mariss Jansons. BR Klassik 900139 (63’23”). 2012

 

Beethovens Negende (die lachwekkend in een slechte vertaling uit het Engels ook nog wel eens de Koralen symfonie heet) loopt van een mysterieus en onbestemd begin tot een onconventieel slot en kan met recht een van de uitdagendste klassieke werken worden gerekend.

De esthetische waarde komt deels voort uit de verschillende interpretaties van het laatste deel  dat begint met een verwijzing naar thema’s uit eerdere delen en eindigt met een eenvoudige melodie die door iedereen kan worden meegezongen.

Dit noopte Wagner ertoe om het muziekdrama als historisch onvermijdelijke ontwikkeling te gaan zien – een opvatting die werd gedeeld door Brahms, die Beethovens melodie gebruikte als instrumentale context in zijn Symfonie nr. 1.

De structuur en betekenis van deze Symfonie nr. 9 zijn nog steeds onderwerp van discussie – niet alleen omdat er geen eenduidig antwoord is te geven, maar ook omdat die discussie relevant blijft zolang deze Negende door het werk zelf en Beethovens voortdurende belang de kern van de westerse muziek blijft vormen.

Tot driemaal toe nam Mariss Jansons dit werk op tussen 2006 en 2012. Tweemaal daarvan bij een bijzondere gelegenheid: voor een Amsterdamse Kerstmatinee in 2006 en tijdens een concert ter ere van paus Benedictus XVI op 27 oktober 2007. De derde keer was gedurende een Japanse tournee in de bekende Suntory Hall in Tokio. Deze laatste werd al besproken als deel van alle symfonieën en andere werken in december 2013. Deels zijn ook de solisten dezelfde. 

Verwacht dus geen grote onderlinge verschillen. Steeds zorgt de dirigent voor gelijkmatige tempi en een intense manier van muziek maken met voldoende, maar onoverdreven emotioneel gevoel. Met de orkesten uit Amsterdam en München beschikt hij over voortreffelijke klanklichamen. In de finale schuilen ook duisterder ondertonen als contrast met de ‘Ode an die Freude’. Dat maakt deze interpretaties niet alleen tot stof om van te genieten, maar ook om over na te denken.

Bij de solisten staat Matthias Volle wat aarzelend in het recitatief ‘O Freunde’ en klinkt Michael Schade net iets te schreeuwerig in ‘Froh wie seine Sonnen fliehen’. In München neigde de vocale inbreng licht naar opera en in Japan was Mihoko Fujimora niet helemaal op het niveau van de andere solisten.

Los van chauvinistische gedachten lijkt uiteindelijk de Amsterdamse versie met Jansons het aantrekkelijkst. Maar vergeet ook de opnamen van Furtwängler (Tahra FURT 1054), Klemperer (Testament SBT 1177), Abbado (DG 471.49125) niet. Zelf heb ik ook een speciaal plekje over voor Jan Willem de Vriend (Challenge CC 72533).