CD Recensies

BEETHOVEN: LIEDEREN, SCHUEN

 

Beethoven: Liederen. Adelaide op. 46; An die ferne Geliebte op. 98 nr. 1-6; In questa tomba oscura WoO. 133; ’Sunset;, ‘Oh sweet were the hours’, ‘The sweetest lad wasJamie’, ‘Could his ill world’’, ‘Faithfu’ Johnie’, ‘Come fill, fill, my good fellow’, uit Schotse volksliejes op. 108; ’The soldiers dream WoO. 152/9; ‘The deserter; WoO. 152/10, ‘On the massacre of Glencoe’ WoO. 152/5, ‘Let brain-spinning swains; WoO. 152/15, ‘Polly Stewart; WoO. 156/7, ’The pulse of an Irishman’ WoO. 154/3; ’Since greybeards inform us that youth will decay’ WoO. 153/4, ‘Morning a cruel turmoiler’ WoO. 152/21 uit Ierse volksliedjes. André Schuen (b) met Karla Haltenwanger (p) c.q. het Boulanger trio. AVI 8553377 (64’ 23”). 2016

 

De liederen van Beethoven behoren tot een in het algemeen verwaarloosd deel van zijn oeuvre, ook al effende de subtiele wijze waarop hij tekst op muziek zette en complexe pianovormen vond de weg voor Schubert en Schumann. Naar de vorm was het bereik van zijn liederen groot - van eenvoudige, strofische liederen (waarin het muzikale materiaal van couplet tot couplet wordt herhaald - tot ambitieuze doorgecomponeerde stukken, zoals het quasi opera-achtige An die Hoffnung.

Maar hij schreef ook meer dan honderd arrangementen van Engelse, Schotse en Ierse volksliedjes voor de muziekuitgever George Thomson uit Edinburgh. Beethovens liederen zijn zelden zo makkelijk toegankelijk als die van Schubert om hij meestal levendige, beschrijvende teksten vermijd en in plaats daarvan kiest voor eerder verheven materiaal (Goethe had sterk zijn voorkeur). Maar soms ook is sprake van een zeer persoonlijk karakter, zoals in de cyclus An die ferne Geliebte uit 1816. Deze wordt wel gezien als de allereerste liederencyclus. Dankzij de afwisselende begeleiding en de extra psychologische dimensie die blijkt uit kleine harmonische verschuivingen zijn deze liederen best bijzonder., ook al klinkt het zestal meest strofische liederen met betrekkelijk simpele melodieën nogal simpel. In de gedichten van Alois Jetteles worden de gedachten van een verliefde knaap voor wie zijn beminde onbereikbaar is, vermengd met beschouwingen over landschappelijk schoon.

Het is mogelijk dat Beethoven juist deze teksten uitkoos omdat hun thema voor hem grote betekenis had. Ondanks de overdaad aan natuurbeelden, vermijdt hij het soort picturale effecten waar Schubert juist zo op gesteld was. En dan is er ineens iets van chromatisme bij de woorden ‘innere Pein’. 

De in Italië geboren bariton André Schuen die intussen zijn sporen op operagebied in Oostenrijk heeft verdiend. Als 32-jarige moet hij nog vrij dicht bij de wereld van de hopeloos verliefde staan. Met zijn mooi in focus zijnde bariton neemt hij de luisteraar vrij ingetogen, maar effectief en expressief mee in het door Beethoven nagestreefde beeld. Dat hij twee andere officiële liederen toevoegde, is nuttig, maar interessanter wordt de cd dankzij de aanwezigheid van de minder vaak gehoorde bewerkingen van Schotse en Ierse volksliedjes, dertien in getal. Juist aan opnamen van dat materiaal bestaat behoefte, want afgezien van opnamen van Janet Baker met Yehudi Menuhin en George Malcolm (Testament SBT 1241) en Klaus Mertens, Daniel Sepec, Jaap ter Linden en Richard Fuller (NCA MA 98.10839) die alle 16 Schotse liedjes vastlegden, is hiervan weinig op cd verschenen.

Voor de standaard liederen is Karla Haltenwanger een betrouwbare, simulerende begeleidster, voor de Volksliedjes schakelt ze beide andere leden van haar Berlijnse pianotrio, violiste Birgit Erz en celliste Ilona Kindt met succes in. Van An die ferne Geliebte kan André Schuen, hoe fraai en duidelijk ook, Stephan Genz (Hyperion CDA 67055, zie Vergelijkende Discografie) niet geheel doen vergeten, maar de bijdragen uit het Schotse en Ierse repertoire maken zijn uitgave zeer de moeite waard.